Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Belanghebbende heeft in 2022, na een internationale carrière van tien jaar als werknemer bij een concern, een ontslagvergoeding genoten van een Nederlandse vennootschap. Hij woont op dat moment in Portugal. Belanghebbende heeft gedurende de eerste vijf jaar bij concernonderdelen in Frankrijk, Duitsland en België gewerkt. Hij woonde toen ook in de betreffende landen. Zijn loon was in die periodes gelet op de toepasselijke belastingverdragen niet belastbaar in Nederland. In de laatste vijf jaar van zijn dienstbetrekking was belanghebbende woonachtig en uitsluitend werkzaam in Nederland. De ontslagvergoeding is niet doorbelast aan (voormalige) concernonderdelen in andere landen. Vast staat in deze casus dat Nederland de ontslagvergoeding nationaalrechtelijk zou willen belasten, op grond van artikel 7.2 Wet IB 2001. Vast staat eveneens dat het Verdrag Nederland-Portugal toepassing vindt en dat artikel 15 Verdrag Nederland-Portugal (hierna: het arbeidsartikel) bepalend is voor het heffingsrecht over de ontslagvergoeding.

Vraag

Hoofdvraag is hoe het heffingsrecht over de ontslagvergoeding op grond van het arbeidsartikel in het Verdrag Nederland-Portugal moet worden bepaald. Meer in het bijzonder de vragen:

  1. Geldt hier het rechtskader dat is gegeven door de Hoge Raad (HR 11 juni 2004, 37.714, ECLI:NL:HR:2004:AF7812, hierna: de 2004-arresten) of het OESO-commentaar van 15 juli 2014 op artikel 15 OESO-Modelverdrag?
  2. Kan het OESO-commentaar van 15 juli 2014 worden toegepast met een beroep op het besluit van 25 januari 2022, 2022-19850 (Stcrt. 2022, 3327), NLF 2022/0501, met noot van Swaving Dijkstra of het besluit van 23 april 2015, DGB 2015/584M (Stcrt. 2015, 12171)?
Antwoord
  1. Het rechtskader uit de 2004-arresten is van toepassing. Dit volgt uit het besluit van 15 december 2023, 2023-24998 (Stcrt. 2023, 31183), NLF 2024/0150, met noot van Swaving Dijkstra. Het Verdrag Nederland-Portugal is gesloten vóór 15 juli 2014 en bevat geen specifieke bepaling over de status van het OESO-commentaar.
  2. Ja, ook het OESO-commentaar van 15 juli 2014 kan worden toegepast. Afhankelijk van het genietingstijdstip van de ontslagvergoeding geldt daarbij (mogelijk) een verschillende uitleg van dat OESO-commentaar, welke uitleg dat is volgt uit het besluit van 25 januari 2022, 2022-19850, NLF 2022/0501, met noot van Swaving Dijkstra.

Metadata

Rubriek(en)
Internationaal belastingrecht
Belastingtijdvak
2024 e.v.
Instantie
Belastingdienst
Datum instantie
26 april 2024
Rolnummer
KG:041:2024:14
NLF-nummer
NLF 2024/1112
Aflevering
7 mei 2024
bwbv0001423&artikel=15,bwbv0001423&artikel=15

Naar de bovenkant van de pagina