Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) is ‘nationaal lid’ van Eurojust dat is gevestigd in Den Haag. Hij heeft zijn auto met een diplomatiek kenteken geparkeerd zonder de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen. Daarvoor is aan hem een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. X neemt het standpunt in dat hij wegens zijn diplomatieke status is vrijgesteld van parkeerbelasting.

Hof Den Haag heeft geoordeeld dat X inderdaad is vrijgesteld op grond van artikel 34 Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag heeft cassatieberoep ingesteld. Het college van B en W betoogt dat tegenover de betaling van parkeerbelasting een concrete prestatie van de gemeente staat, namelijk het geven van gelegenheid om aldaar te parkeren op gemeentegrond. De parkeerbelasting zou daarmee een retributief karakter hebben. Daarvan uitgaande zou de onderhavige naheffingsaanslag parkeerbelasting zien op een ‘heffing wegens bepaalde verleende diensten’ waarvoor, ingevolge artikel 34, onderdeel e, Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer, geen diplomatieke vrijstelling geldt.

Het uitgangspunt van een retributief karakter lijkt A-G IJzerman echter niet juist. Weliswaar is het belastbare feit het parkeren op een gemeentelijke parkeerplaats, zodat er een verband is met het profijtbeginsel, maar de parkeerbelastingen blijven algemene, zakelijke belastingen en geen retributies. Het kostendeel van de naheffingsaanslag (€ 61) staat voorts in elk geval niet tegenover het recht om ergens betaald geparkeerd te staan. Het is volgens de A-G ook niet anderszins te zien als een aan X verleende dienst.

Het cassatieberoep is ongegrond, aldus de A-G.

Internationale en diplomatieke vrijstellingen van gemeentelijke belastingen

In bilaterale en multilaterale verdragen kunnen vrijstellingen worden opgenomen van belastingen. Voor gemeentelijke belastingen is dit bijvoorbeeld gebeurd in het NAVO-statusverdrag en in het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer. Zie voor een voorbeeld van een mogelijke vrijstelling in een bilateraal verdrag de uitspraak van Rechtbank Zutphen van 12 augustus 2009. Daarnaast is op nationaal niveau de Regeling diplomatieke en internationale vrijstellingen gemeentelijke belastingen vastgesteld, die zijn wettelijke basis heeft in artikel 243 Gemw.

In deze zaak deed de belanghebbende een beroep op artikel 34 Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer. Deze bepaling kan naar inhoud eenieder verbinden en is voldoende bepaald om rechtstreekse werking te kunnen hebben, zodat de belastingplichtige hier een rechtstreeks beroep op kan doen. Daarmee is (de uitleg van) het verdrag leidend voor de juridische vraag of een vrijstelling van toepassing is en niet de eventuele uitwerking in nationale wetgeving.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2017
Instantie
A-G
Datum instantie
16 juli 2020
Rolnummer
19/03212
ECLI
ECLI:NL:PHR:2020:697
Auteur(s)
mr. A.P. Monsma
Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2020/1903
Aflevering
3 september 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3665
bwbr0005416&artikel=225,bwbr0005416&artikel=243

Naar de bovenkant van de pagina