Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Woningcorporatie X (belanghebbende) was bij het begin van het belastingjaar 2014 genothebbende krachtens eigendom van 404 in de voormalige gemeente Ten Boer gelegen percelen. Aan X zijn voor deze percelen aanslagen rioolheffing van in totaal ā‚¬ 106.963 opgelegd.

X stelt dat de aanslagen rioolheffing dienen te worden vernietigd wegens (a) overschrijding van de opbrengstlimiet, (b) strijd met het gelijkheidsbeginsel en (c) strijd met de Kaderrichtlijn Water.

Om proceseconomische redenen, waarbij Rechtbank Noord-Nederland er veronderstellenderwijs van uitgaat dat de opbrengstlimiet niet is overschreden, beoordeelt de Rechtbank eerst beroepsgrond b.

X voert aan dat van nagenoeg elk perceel dat in de gemeente is gelegen, hemelwater of grondwater in de gemeentelijke riolering stroomt, zodat nagenoeg elk perceel valt onder de definitie van het belastbaar feit voor de rioolheffing. Zij beroept zich op begunstigend beleid omdat 433 WOZ-objecten buiten de heffing zijn gelaten. De Heffingsambtenaar heeft slechts in algemene bewoordingen gesteld dat een deel van deze 433 WOZ-objecten (mogelijk) niet onder de (ruime) definitie van het belastbaar feit voor de rioolheffing vallen.

De Rechtbank komt tot het oordeel dat de Heffingsambtenaar ten aanzien van in ieder geval een deel van de 433 buiten de rioolheffing gelaten WOZ-objecten een begunstigend beleid heeft gevoerd. Nu hij niet heeft bestreden dat de percelen van X feitelijk en rechtens gelijk zijn aan deze objecten, is de Rechtbank van oordeel dat dit begunstigende beleid op grond van het gelijkheidsbeginsel ook moet gelden ten aanzien van de percelen van X. De aanslagen rioolheffing worden vernietigd.

Gelijkheidsbeginsel

Als een belastingplichtige van mening is dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden, dient de belastingplichtige te stellen (en bij betwisting aannemelijk te maken) dat de Inspecteur gelijke gevallen ongelijk of ongelijke gevallen onvoldoende ongelijk heeft behandeld door:

  1. begunstigend beleid toe te passen. Dit is het geval wanneer een door een Inspecteur (ongeschreven) beleid wordt gevoerd, waarbij een of meerdere belastingplichtigen worden bevoordeeld ten opzichte van andere belastingplichtige door bewust een juiste rechtstoepassing achterwege te laten (begunstigend beleid);
  2. oogmerk van begunstiging toe te passen. De Inspecteur bevoordeelt in de rechtstoepassing een of meerdere belastingplichtigen boven andere belastingplichtigen;
  3. feitelijke bevoordeling van de meerderheid van de gevallen door de Inspecteur (meerderheidsregel).

De Inspecteur dient vervolgens te stellen (en bij betwisting aannemelijk te maken) dat er geen sprake is van een situatie onderĀ a, b, of c. Daarnaast kan de Inspecteur zich erop beroepen (en bij betwisting aannemelijk maken) dat er sprake is van een rechtvaardigingsgrond voor dit gevoerde (begunstigende) beleid.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
10 maart 2020
Rolnummer
17/3747
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2020:1070
Auteur(s)
drs. O.M. Menger
Fiscaliade
NLF-nummer
NLF 2020/1076
Aflevering
7 mei 2020
Judoregnummer
JCDI:NFB3241
bwbr0005416&artikel=228a,bwbr0005416&artikel=228a

Naar de bovenkant van de pagina