Direct naar content gaan

Samenvatting

De Oostenrijkse fiscus heeft het Verwaltungsgerichtshof zover gekregen dat het de fundamentele kritiek die hij op de jurisprudentie van het Hof van Justitie heeft inzake de aftrek van voordruk op panden met een gemengd zakelijk- en privé-gebruik weer aan het Hof voorlegt. Die jurisprudentie houdt in dat indien een ondernemer een pand koopt voor zowel bedrijfsdoeleinden als voor privé-gebruik hij de volle voordruk mag aftrekken als hij het pand geheel tot zijn ondernemingsvermogen rekent. Het doet er dan niet toe hoe gering het gebruik voor bedrijfsdoeleinden is. In dat geval moet gedurende de herzieningstermijn wel OB worden afgedragen over de (voorgeschreven) waarde van het privé-gebruik. De Oostenrijkse fiscus vindt die interpretatie in strijd met de relevante bepalingen van de Zesde richtlijn en tevens met het gelijkheidsbeginsel respectievelijk het verbod van staatssteun. Dat laatste omdat de ondernemer in een veel voordeliger positie verkeert dan degene die zo’n pand uitsluitend voor privé-gebruik koopt. A-G Sharpston verdedigt de opvattingen van het Hof. Of Oostenrijk terzake van de aftrek van die voordruk op basis van de stand still-clausule de aftrek toch mag beperken is onzeker. Het Verwaltungsgerichtshof maakt onvoldoende duidelijk of een beperking heeft gegolden en is blijven gelden, maar als de beperking ooit is opgeheven kan Oostenrijk daarop geen beroep meer doen.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2002-2004
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
11 december 2008
Rolnummer
C-460/07
ECLI
ECLI:EU:C:2009:254
bwbr0002629&artikel=7&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina