Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteerde van 1 januari 1975 tot 24 december 2008 een akkerbouwbedrijf.

Bij akte van levering van 28 augustus 1998 heeft X, als pachter met gebruikmaking van zijn voorkeursrecht, van de Staat der Nederlanden een perceel cultuurgrond geleverd gekregen. Bij de verkrijging is een pachtersvoordeel ontstaan.

Ter financiering van de koop heeft X de cultuurgrond direct door geleverd aan een verzekeringsmaatschappij, waarbij ten behoeve van X op de cultuurgrond het recht van erfpacht is gevestigd voor de duur van veertig jaar. X heeft daarbij een terugkooprecht bedongen. Verder zijn X en de verzekeringsmaatschappij bij afzonderlijke onderhandse akte overeengekomen dat zij gedurende de eerste twaalf jaar gezamenlijk de cultuurgrond aan een derde kunnen verkopen, en hoe de opbrengst dan verdeeld wordt.

In 2008 hebben X en de verzekeringsmaatschappij de cultuurgrond verkocht aan een derde.

In geschil is de hoogte van de landbouwvrijstelling.

Rechtbank Noord-Nederland is, anders dan X stelt, van oordeel dat het deel van de verkoopsom dat aan de verzekeringsmaatschappij als (mede)verkoper toekwam niet als financieringslast aangemerkt kan worden.

De Rechtbank oordeelt verder dat X bij de gezamenlijke verkoop van de cultuurgrond in 2008 het volledige pachtersvoordeel realiseert. Het voordeel dat X bij de verkoop behaalt, komt immers uit boven het pachtersvoordeel. De in de onderhandse akte gemaakte afspraak over de verdeling van de opbrengst doet daar niet aan af.

Tot slot oordeelt de Rechtbank dat de landbouwvrijstelling niet van toepassing is op de waardeaangroei van de bloot eigendom in de periode van de erfpachtfinanciering (periode 28 augustus 1998 tot 24 december 2008).

Alle stellingen van X falen. Ter zitting heeft X erkend dat de Inspecteur in dat geval is uitgegaan van een juiste hoogte van de landbouwvrijstelling.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2012
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
29 maart 2020
Rolnummer
17/1734
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2020:1416
NLF-nummer
NLF 2020/0921
Aflevering
16 april 2020

Naar de bovenkant van de pagina