Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan een vrouw is op haar verzoek over het jaar 2003 een voorlopige teruggaaf van de algemene heffingskorting vereend van 1.766 euro. Later is een definitieve aanslag over 2003 opgelegd op basis waarvan ze de heffingskorting moest terug betalen. Het Hof oordeelt in hoger beroep dat de aanslag terecht is opgelegd. Ze maakt niet uit eigen hoofde aanspraak op enige (gecombineerde) heffingskorting omdat ze in het jaar 2003 geen inkomen heeft genoten. Ook via haar partner kan ze geen aanspraak maken op een verhoging van haar gecombineerde heffingskorting omdat haar partner door een belastingkorting ter zake van een verlies uit aanmerkelijk belang - na aftrek van diens gecombineerde heffingskorting - geen gecombineerde inkomensheffing verschuldigd is. Bij de definitieve aanslag is voorts terecht heffingsrente in rekening gebracht. Aangezien geen sprake is van een ongevraagd uitbetalen van de algemene heffingskorting door de Belastingdienst, kan niet worden gesproken van een onzorgvuldig handelen van de zijde van de inspecteur.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2003
Instantie
Hof Arnhem
Datum instantie
7 mei 2009
Rolnummer
08/00033
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2009:BI5268
bwbid=bwbr0&artikel=16,bwbid=bwbr0&artikel=8.9,bwbid=bwbr0&artikel=8.9,bwbr0011353&artikel=8.9&lid=1,bwbr0002320&artikel=16&lid=1,bwbr0011353&artikel=8.9&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina