Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

Ten aanzien van X (belanghebbende) is met dagtekening 31 mei 2013 voor de jaren 2010 en 2011 (inkomstenbelasting), respectievelijk voor het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011 (omzetbelasting), een (eerste) informatiebeschikking genomen. X heeft beroep en hoger beroep ingesteld inzake de eerste informatiebeschikking. De zitting bij Hof Arnhem-Leeuwarden heeft plaatsgevonden op 11 januari 2017. Met dagtekening 20 januari 2017 heeft de Inspecteur een (tweede) informatiebeschikking genomen, die identiek is aan de eerdere informatiebeschikking van 31 mei 2013.

Het Hof heeft in een uitspraak van 13 juni 2017 (16/00613, ECLI:NL:GHARL:2017:4955, NLF 2017/1513) vastgesteld dat de eerste informatiebeschikking komt te vervallen op grond van artikel 52a, lid 3, AWR, doordat op 25 april 2015 en 6 mei 2015 naheffingsaanslagen en navorderingsaanslagen zijn opgelegd voordat de informatiebeschikking onherroepelijk is geworden.

In de onderhavige procedure is in geschil of de tweede informatiebeschikking terecht is genomen.

Volgens Rechtbank Noord-Nederland is dat niet het geval. De Inspecteur heeft niet de bevoegdheid om een tweede, inhoudelijk identieke, informatiebeschikking te nemen. Door het onherroepelijk worden van bovenvermelde uitspraak van het Hof is de zaak afgedaan. Een herkansingsmogelijkheid voor de Inspecteur zou in strijd zijn met doel en strekking van artikel 52a, lid 3, AWR.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2010-2011
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
25 april 2018
Rolnummer
17/3021
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2018:1563
NLF-nummer
NLF 2018/1020
Aflevering
10 mei 2018
bwbr0002320&artikel=52a&lid=3

Naar de bovenkant van de pagina