Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) is in 2009 begonnen met de planning van de bouw van een park met windturbines. De gemeente Schouwen-Duiveland is vanaf het begin bij dit project betrokken geweest.

X heeft op 20 mei 2014 een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van 35 windturbines met compacte transformatorstations.

Op 23 maart 2015 is een omgevingsvergunning aan X verleend. Het windpark is in 2019 opgeleverd.

In geschil is de aan X wegens de aanvraag opgelegde aanslag leges.

X stelt onder meer dat de opbrengstlimiet uit artikel 229b, lid 1, Gemw. is overschreden.

Hof Den Bosch geeft X gelijk. Het Hof heeft nergens kunnen terugvinden dat in de raming van de legesopbrengsten voor 2014 uit oogpunt van voorzichtigheid geen rekening is gehouden met de mogelijk te verwachten aanvraag voor het windpark en waarom voor 2014 geen rekening is gehouden met die mogelijk te verwachten bate. Gelet op het bedrag van de onderhavige aanslag en het belang daarvan voor de begroting van de gemeente had het in de rede gelegen dat daarvan melding zou zijn gemaakt bij de vaststelling van de begroting. Volgens het Hof had de gemeente rekening moeten houden met de te verwachten bate. Gelet op de hoogte van deze bate leidt dit ertoe dat de baten de lasten met meer dan tien percent overschrijden en daarmee tot een niet verwaarloosbare overschrijding van de opbrengstlimiet. De verordening is daarom in zoverre onverbindend en de aanslag wordt vernietigd. Het hoger beroep is gegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
8 juli 2020
Rolnummer
18/00488
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:2069
NLF-nummer
NLF 2020/1613
Aflevering
16 juli 2020

Naar de bovenkant van de pagina