Direct naar content gaan

Samenvatting

Na verwijzing door de Hoge Raad moest het Hof van Justitie EG een oordeel geven over de vraag of de toepassing van de “stoorveldtechniek” door de fysiotherapeut Solleveld voor de medische vrijstelling van OB in aanmerking kan komen alsmede of die vrijstelling op de activiteit als psychotherapeute door de pedagoge Van den Hout-van Eijnsbergen van toepassing is. Op zichzelf genomen erkent het Hof dat aan de nationale wetgever een ruime bevoegdheid toekomt om te bepalen aan welke beroepsuitoefenaars de vrijstelling toekomt en aan welke niet. Niettemin moet de nationale wetgever bij het gebruik van die bevoegdheid rekening houden met doel van de vrijstelling en de neutraliteit die daarbij gewaarborgd moet zijn. Zo behoort de “stoorveldtechniek”, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar storingen in de kaak en in de mond en die worden vastgesteld met behulp van röntgenfoto’s, mondstroommetingen, electrodermaal en intra-oraal onderzoek niet tot de klassieke fysiotherapie. Nu Solleveld daarvoor in Duitsland een speciale aanvullingsopleiding heeft gevolgd en zelfs tandartsen patiënten naar hem doorverwijzen laat het zich toch denken dat de vrijstelling van toepassing is, indien deze in vergelijkbare gevallen wel aan tandartsen zou worden toegekend. Voor de pedagoge Van den Hout-van Eijnsbergen geldt dat de nationale regelgever opleidingseisen aan een psychotherapeute mag stellen, maar nu zij formeel ingeschreven staat als psychotherapeute komt zij ondanks haar ontoereikende diploma toch voor de vrijstelling in aanmerking als zij in een gelijkwaardige behandeling voorziet als therapeuten met een wel erkend diploma.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Europees belastingrecht
Belastingtijdvak
1997
Instantie
HvJ
Datum instantie
27 april 2006
Rolnummer
C-443/04
ECLI
ECLI:EU:C:2006:257
bwbr0002629&artikel=11&lid=1,celex32006l0112&artikel=132,bwbr0002629&artikel=11&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina