Direct naar content gaan

Samenvatting

In deze zaak is de vraag aan de orde of de belastingdienst van een lidstaat (in casu Letland) mag weigeren om aan een vennootschap een btw-identificatienummer te verstrekken louter op grond dat deze vennootschap volgens de belastingdienst niet over de materiële, technische en financiële middelen beschikt om de aangegeven economische activiteit uit te oefenen en de aandeelhouder al vaker een dergelijk nummer heeft gekregen voor ondernemingen die nooit werkelijk een economische activiteit hebben uitgeoefend en waarvan de kapitaalaandelen kort na toekenning van dat nummer werden overgedragen.
Volgens het Europese Hof van Justitie is een weigering niet toegestaan zonder dat de betrokken belastingdienst aan de hand van objectieve gegevens heeft aangetoond dat er ernstige aanwijzingen bestaan die het vermoeden doen rijzen dat het toegekende btw-identificatienummer zal worden gebruikt voor fraude. Het is de taak van de rechter om te beoordelen of deze belastingdienst ernstige aanwijzingen heeft verstrekt die erop duiden dat in het hoofdgeding sprake is van fraudegevaar.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
HvJ
Datum instantie
13 maart 2013
Rolnummer
C-527/11
ECLI
ECLI:EU:C:2013:168
bwbr0002629&artikel=17a&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina