Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De gemeente Zwolle (Ov) stuurde een BV (een grote lozer) een aanslag rioolrechten 1999 van fl. 59.607. De tariefopbouw van de heffing is zodanig dat afvoer uit een bedrijfsobject tot 200 m3 niet belast is. Dit heeft tot gevolg dat – kort gezegd - kleine lozers (98,6 procent van de belastingplichtigen) buiten de heffing van rioolrecht blijven en de resterende grote lozers wel in de heffing worden betrokken. Dit terwijl de kleine lozers 86,2 procent afvalwater in het riool lozen en de grote lozers slechts 13,8 procent. Anders dan het Hof, beslist de Hoge Raad op het cassatieberoep van Zwolle, dat de gehanteerde heffingssystematiek niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, ook al heeft deze systematiek tot gevolg dat slechts een gering percentage van de belastingplichtigen daadwerkelijk in de heffing wordt betrokken.
Voorts beslist de Hoge Raad dat de totale opbrengsten de totale kosten niet overschrijden zodat het evenredigheidsbeginsel ook niet is geschonden. Tenslotte beslist de Hoge Raad dat Zwolle op een controleerbare wijze heeft vastgelegd welke uitgaven zij met de opbrengst van het rioolrecht beoogt te dekken. Het cassatieberoep wordt daarom gegrond verklaard en de aan de BV opgelegde aanslag blijft gehandhaafd.

Metadata

Rubriek(en)
Overig
Belastingtijdvak
1999
Instantie
HR
Datum instantie
13 mei 2005
Rolnummer
38.402
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AF7525
ECLI:NL:PHR:2005:AF7525

Naar de bovenkant van de pagina