Direct naar content gaan

Samenvatting

Een BV heeft in de periode van 1 januari 2008 tot 15 september 2008 haar onroerend goed vervreemd. Voor de hierbij behaalde boekwinst is een herinvesteringsreserve (HIR) gevormd. Op 24 december 2008 (14.25 uur) zijn de aandelen in de BV geleverd aan een concern. Op dezelfde dag zijn door het concern onroerende zaken aan de BV geleverd. De HIR is afgeboekt op de waarde van deze onroerende zaken.
De inspecteur heeft de HIR tot de winst gerekend omdat sprake is van een belangenwijziging als bedoeld in artikel 12a Wet Vpb.
Rechtbank Arnhem acht dat terecht, maar Hof Arnhem komt tot een ander oordeel.
Het Hof oordeelt aan de hand van jurisprudentie van de Hoge Raad dat een HIR wordt gevormd aan het einde van het boekjaar waarin een vervreemdingswinst moet worden verantwoord. Een belangenwijziging in datzelfde boekjaar kan in dat geval niet leiden tot toepassing van artikel 12a Wet Vpb, aldus het Hof.
Op het cassatieberoep van de Staatssecretaris geeft de Hoge Raad aan het niet met het Hof eens te zijn.
Een belangenwijziging in hetzelfde boekjaar leidt wel degelijk tot toepassing van artikel 12a Wet Vpb, aldus de Hoge Raad.
De zaak is verwezen naar Hof Den Bosch.
Conform A-G Wattel.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2008
Instantie
HR
Datum instantie
23 mei 2014
Rolnummer
13/00280
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:1092
bwbr0002672&artikel=12a&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.54&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.54&lid=5

Naar de bovenkant van de pagina