Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv) is gespecialiseerd in de bemiddeling van buitenlandse artsen, medisch specialisten en tandartsen voor de Nederlandse gezondheidszorg. In geschil is of op de diensten die door X worden verricht een medische vrijstelling van artikel 11 Wet OB 1968 van toepassing is. Volgens de Inspecteur is dat niet het geval.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat X een dienst aan het ziekenhuis verricht die inhoudt dat zij personeel (de artsen) ter beschikking stelt aan dat ziekenhuis. Deze prestaties zijn niet op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel (c of) g, Wet OB 1968 vrijgesteld van omzetbelasting, aldus het Hof. Ook het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel, neutraliteitsbeginsel en vertrouwensbeginsel heeft het Hof verworpen.

X heeft cassatieberoep ingesteld maar de Hoge Raad verklaart dit ongegrond. Het Hof heeft zijn oordeel dat sprake is van het ter beschikking stellen van personeel gegrond op een uitlegging van de tussen X en de ziekenhuizen gesloten contracten. Het oordeel dat deze contracten inhouden dat de dienstverlening van X niet kan worden aangemerkt als gezondheidskundige verzorging in de zin van bovenvermelde wettelijke en Unierechtelijke (vrijstellings)bepalingen vanwege de verhouding van ondergeschiktheid waarin de artsen juridisch ten opzichte van X staan, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting. Dat het artsen zijn die ter beschikking worden gesteld, maakt niet dat de diensten van X kunnen worden aangemerkt als gezondheidskundige verzorging door beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep (vgl. HvJ 12 maart 2015, C-594/13 (‘go fair’ Zeitarbeit), ECLI:EU:C:2015:164, r.o. 25 en 28). De Hoge Raad oordeelt voorts dat de wettelijke bepalingen noch de richtlijnbepalingen voorzien in een vrijstelling voor een prestatie die inhoudt het ter beschikking stellen van medisch personeel, ook niet als dat personeel in ziekenhuizen werkzaamheden op het gebied van de gezondheidszorg verricht. Het door X gedane beroep op het neutraliteitsbeginsel kan daarom niet slagen.

Conform Conclusie A-G Wattel.

De Hoge Raad bevestigt de eerdere uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden: de inzet van artsen vanuit een bv aan ziekenhuizen kwalificeert als een met btw belaste prestatie. Een belangrijke vraag in deze zaak is of de bv zich (contractueel) verplicht heeft om (van btw vrijgestelde) medische diensten te verrichten aan ziekenhuizen, of dat sprake is van (met btw belaste) terbeschikkingstelling van personeel. In de praktijk blijkt dit een lastig te maken, maar zeer relevant, onderscheid te zijn.

Btw-belaste terbeschikkingstelling personeel

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2011
Instantie
HR
Datum instantie
10 augustus 2017
Rolnummer
15/03805
ECLI
ECLI:NL:HR:2017:1606
Auteur(s)
Maria van Helden
Deloitte
NLF-nummer
NLF 2017/1974
Aflevering
24 augustus 2017
Judoreg
NFB661
bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina