Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende; een stichting) heeft een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij de gemeente Groningen. Voor het in behandeling nemen van die aanvraag heeft de Heffingsambtenaar bij X leges geheven, waarbij het bedrag is gebaseerd op de door X geraamde bouwkosten. X heeft zich in bezwaar en beroep bij Rechtbank Noord-Nederland tegen die aanslag op het standpunt gesteld dat de Legesverordening 2013 van de gemeente Groningen onverbindend is waar het betreft de verschuldigdheid van leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit. De hoogte van die leges is afhankelijk van de bouwkosten.

Voor de inhoud van het begrip ‘bouwkosten’ wordt in de tarieventabel bij de Legesverordening 2013 verwezen naar de ‘Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012)’. Omdat de gemeente Groningen, in de visie van X, deze UAV 2012 niet bekend heeft gemaakt, en ook de vindplaats ervan in de Staatscourant niet heeft vermeld, zou niet zijn voldaan aan het vereiste van artikel 217 Gemw dat de maatstaf van een gemeentelijke belasting uit de gemeentelijke belastingverordening moet blijken.

Hof Arnhem-Leeuwarden heeft, anders dan de Rechtbank, geoordeeld dat de kenbaarheid van de essentialia van de legesheffing in dit geval voldoende is gewaarborgd en dat er geen grond is om de Legesverordening onverbindend te verklaren. Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad verklaart dit ongegrond.

Indien, zoals in dit geval, de volledige correcte titel noch het publicatiejaar en -nummer van de Staatscourant in de gemeentelijke verordening zijn vermeld, zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld of desalniettemin aan de kenbaarheidseisen is voldaan. De vaststelling van het Hof dat de aanduiding UAV 2012 een niet voor misverstand vatbare aanduiding is van de als UAV 2012 in de Staatscourant gepubliceerde tekst, is toereikend gemotiveerd en niet onbegrijpelijk. Het Hof heeft op basis van die vaststelling terecht geoordeeld dat in dit geval aan de kenbaarheidseis is voldaan.

Het cassatieberoep wordt ongegrond verklaard.

Conform Conclusie A-G IJzerman (NLF 2019/0304).

Het is een interessante vraag hoe ver de bepaling over het opnemen van de essentialia in een belastingverordening reikt. Mooi dat over dit onderwerp cassatie is ingesteld.

Essentialia

Op grond van artikel 217 Gemw moeten in de belastingverordening alle essentiële onderdelen van de belasting worden opgenomen. Het gaat daarbij onder andere om een omschrijving van de belastingplichtige, het belastbare feit, de heffingsmaatstaf en het tarief. Uit de verordening moet de belastingplichtige de omvang van zijn belastingschuld kunnen afleiden, alsmede de omstandigheden waaronder hij deze verschuldigd is.

Bouwsom

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2013
Instantie
HR
Datum instantie
1 februari 2019
Rolnummer
18/00902
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:143
Auteur(s)
Anneke Monsma
Erasmus Universiteit Rotterdam
NLF-nummer
NLF 2019/0303
Aflevering
7 februari 2019
Judoreg
NFB2263
bwbr0005416&artikel=139,bwbr0005416&artikel=139,bwbr0005416&artikel=217,bwbr0005416&artikel=217,bwbr0005416&artikel=229,bwbr0005416&artikel=229

Naar de bovenkant van de pagina