Direct naar content gaan

Samenvatting

Met de onderhavige prejudiciële vraag verzoekt de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel (hierna: de Rechtbank) het HvJ de btw-regeling te bepalen die van toepassing is op een gebruikt goed dat door een belastingplichtige aan een andere belastingplichtige wordt verkocht.
De feiten zijn als volgt. De btw-plichtige vennootschap K Line Air Service BV (hierna: K Line) verkocht een gebruikte auto,
Mercedes 280 SE, aan de eveneens btw-plichtige vennootschap Eulaerts NV (hierna: Eulaerts). Op 27 oktober 1988 maakte K Line een factuur op, met als maatstaf van heffing voor de BTW (25%) en de weeldetaks (8%). De verkoopprijs exclusief belasting, bedroeg 260.000 BFR. Eulaerts betaalde deze eerste factuur. Na een belastingcontrole bij K Line maakte deze op 21 februari 1989 een tweede factuur op, en werden de btw en de weeldetaks berekend over een
minimummaatstaf van heffing van 756.554 BFR. De koper betwistte deze nieuwe factuur. Na contact te hebben opgenomen met de betrokken belastingadministratie, maakte K Line een derde factuur op, gebaseerd op een tot 536.250 BFR verlaagde minimummaatstaf van heffing. De koper weigerde nogmaals de aanvullende belasting, zijnde 91.163 BFR, te voldoen.
Na deze som te hebben betaald, vorderde K Line teruggave ervan. De Rechtbank heeft het HvJ een prejudiciële vraag gesteld, die in wezen betrekking heeft op de verenigbaarheid van nationale bepalingen betreffende de vaststelling van de maatstaf van heffing van de btw voor gebruikte auto's met enerzijds de artikelen 11 en 27 Zesde Richtlijn (77/388/EEG) en anderzijds de artikelen 9, 10 en 11 EEG-Verdrag.
Het HvJ verklaart het volgende voor recht:
De bepalingen van de Zesde Richtlijn moeten aldus worden uitgelegd, dat zij in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling die voor de tussen btw-plichtigen tot stand gekomen verkoop van tweedehands auto's een andere minimummaatstaf van heffing instelt dan die welke voortvloeit uit artikel 11 Zesde Richtlijn.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
1988
Instantie
HvJ
Datum instantie
8 juli 1992
Rolnummer
C-131/91
ECLI
ECLI:EU:C:1992:315
bwbr0002629&artikel=8

Naar de bovenkant van de pagina