Direct naar content gaan

Samenvatting

De gemeente Den Bosch (die volgens artikel 4, lid 5, van de Zesde btw-richtlijn niet als belastingplichtige wordt aangemerkt voor de werkzaamheden of handelingen die zij als overheid verricht) gaf opdracht voor de bouw van een kantoorgebouw op grond waarvan zij eigenaar was. Over de bouwwerkzaamheden werd haar btw in rekening gebracht. Zij gebruikt het gebouw voornamelijk voor handelingen in haar hoedanigheid van overheidsinstantie, maar ook voor (zowel belastbare als vrijgestelde) economische activiteiten. Om redenen die kennelijk verband houden met de instelling van een nationaal btw‑compensatiefonds, dat voorziet in de vergoeding van door haar betaalde voorbelasting, wil de gemeente dat de ingebruikname van het gebouw wordt behandeld als een belastbare levering aan zichzelf (zelfvervaardiging). De belastinginspecteur denkt hier anders over. De Hoge Raad der Nederlanden wenst van het HvJ te vernemen of behandeling als belastbare zelfvervaardiging verenigbaar is met de Zesde richtlijn.
A-G Sharpston geeft het HvJ in overweging om de prejudiciële vraag van de Hoge Raad als volgt te beantwoorden:
Artikel 5, lid 7, sub a, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) (gelijkstelling met levering onder bezwarende titel), dient aldus te worden uitgelegd dat het van toepassing is op de situatie waarin een gemeente een gebouw in gebruik neemt dat zij op eigen grond heeft laten optrekken en dat zij voor 94% gaat gebruiken voor haar werkzaamheden als overheid en voor 6% voor haar werkzaamheden als belastingplichtige, waarvan 1% voor vrijgestelde handelingen waaraan geen recht op aftrek is verbonden.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2002
Instantie
A-G HvJ
Datum instantie
9 april 2014
Rolnummer
C-92/13
ECLI
ECLI:EU:C:2014:267
bwbr0002629&artikel=7&lid=3,bwbr0002629&artikel=15&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina