Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) woont sinds 1969 met zijn zuster en haar echtgenoot op hetzelfde adres. De echtgenoot is in 2017 overleden, de zuster (hierna: erflaatster) in 2019. Er is geen samenlevingscontract. X is enig erfgenaam van zijn zuster.

In de aangifte erfbelasting is de relatie van X met erflaatster als ‘samenwoner zonder notariële akte’ vermeld. In deze aangifte is aanspraak gemaakt op de partnervrijstelling.

De Inspecteur heeft bij de berekening van de aanslag de partnervrijstelling geweigerd en heeft de algemene vrijstelling van € 2.173 toegepast.

X heeft beroep ingesteld.

In geschil is of X kwalificeert als partner van erflaatster op grond van artikel 1a SW 1956. Daarbij is specifiek in geschil of het ontbreken van een notarieel samenlevingscontract in de weg staat aan het toepassen van de partnervrijstelling. Dat is volgens Rechtbank Gelderland het geval. Omdat het pas na het overlijden van de echtgenoot mogelijk was voor X om met zijn zuster een notarieel samenlevingscontract te sluiten, kan ook niet eerder dan vanaf dat moment de periode van vijf jaren (artikel 1a, lid 3, SW 1956) een aanvang nemen. De periode tot het overlijden van de echtgenoot telt niet mee.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2019
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
7 juni 2021
Rolnummer
20/6291
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:2829
NLF-nummer
NLF 2021/1375
Aflevering
8 juli 2021
bwbr0002226&artikel=1a,bwbr0002226&artikel=1a

Naar de bovenkant van de pagina