Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteert een coffeeshop. Na het opleggen van de aanslag IB/PVV 2007 is ter kennis van de Inspecteur gekomen dat in 2007 contante bedragen van in totaal € 415.000 zijn gestort op de bankrekening van de coffeeshop en dat een bedrag van € 412.939 van deze bankrekening is overgemaakt naar een notaris ter aflossing van een hypothecaire lening die rustte op een pand dat eigendom was van X. Het belastbare inkomen uit werk en woning van X is middels het opleggen van een navorderingsaanslag IB/PVV 2007 verhoogd met € 415.000.

Naar aanleiding van het bezwaar van X tegen de navorderingsaanslag is een boekenonderzoek gestart. De Inspecteur heeft bescheiden opgevraagd die X niet heeft verstrekt. Daarop is door de Inspecteur een informatiebeschikking genomen. Tegen die beschikking is geen rechtsmiddel ingesteld.

De navorderingsaanslag is in hoger beroep onder meer bestreden met de stelling dat de Inspecteur, hoewel de bewijslast is omgekeerd en verzwaard, aannemelijk dient te maken uit welke bron van inkomen de stortingen afkomstig zijn.

De Inspecteur heeft zich volgens Hof Amsterdam op het standpunt kunnen stellen dat de contante stortingen afkomstig moeten zijn uit (een) niet in de aangifte verantwoorde bron(nen) van inkomen. Het is dan aan X om de onjuistheid van de uitspraak op bezwaar overtuigend aan te tonen. X is hierin volgens het Hof niet geslaagd.

X komt in cassatie op tegen het oordeel dat de Inspecteur gelet op de omkering en verzwaring van de bewijslast niet aannemelijk hoeft te maken welke bron aan de navorderingsaanslag ten grondslag ligt. Hij betoogt voorts dat de Inspecteur ten onrechte niet heeft vermeld op welke bron van inkomen de navorderingsaanslag berust.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep ongegrond.

In een geval als het onderhavige, waarin niet in geschil is dat de bewijslast is omgekeerd en verzwaard, moet de Inspecteur aanknopingspunten verschaffen waaruit is af te leiden dat zijn berekening of schatting van de (navorderings)aanslag niet onredelijk en dus niet willekeurig is. Hieruit volgt dat de middelen falen voor zover zij tot uitgangspunt nemen dat de Inspecteur in een geval waarin de bewijslast is omgekeerd en verzwaard, steeds moet stellen en aannemelijk maken welke bron van inkomen aan de (navorderings)aanslag ten grondslag ligt. In de uitspraak van het Hof ligt besloten dat het Hof voldoende aanknopingspunten heeft verschaft in voornoemde zin. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk en is toereikend gemotiveerd.

Conform Conclusie A-G Niessen (NLF 2018/1263, met noot van Noë).

In dit arrest staat de vraag centraal of de Inspecteur in een situatie waarin de bewijslast is omgekeerd en verzwaard gehouden is om te stellen en aannemelijk te maken welke bron van inkomen aan de aanslag ten grondslag ligt. In deze casus wordt de bewijslast omgekeerd en verzwaard, omdat sprake is van een onherroepelijke informatiebeschikking ex artikel 52a AWR.

A-G Niessen concludeerde in deze zaak dat hoewel sprake is van een onherroepelijke informatiebeschikking, dit nog niet automatisch tot omkering en verzwaring van de bewijslast leidt. De redenering daarvoor was dat de gestelde vragen betrekking hadden op de boekhouding van de onderneming. In een rapport naar aanleiding van een boekenonderzoek verwijst de Inspecteur naar onbekende inkomsten uit overige werkzaamheden. Daarnaast was het gedurende de gerechtelijke procedure niet duidelijk welke verzwegen bron van inkomsten de Inspecteur precies voor ogen had. De belastingplichtige kon niet geheel overzien wat de gevolgen waren van het niet verstrekken van alle gevraagde informatie. De A-G acht vervolgens wel omkering en verzwaring van de bewijslast aan de orde, omdat niet de vereiste aangifte is gedaan. Ik verwijs graag naar NLF 2018/1263 voor een beschouwing van de conclusie van de A-G.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
HR
Datum instantie
17 augustus 2018
Rolnummer
17/03633
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:1311
Auteur(s)
mr. W.E. Nent
BDO
NLF-nummer
NLF 2018/1855
Aflevering
30 augustus 2018
Judoregnummer
JCDI:NFB1742
bwbr0002320&artikel=25&lid=3,bwbr0002320&artikel=27e&lid=1,bwbr0002320&artikel=27e&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina