Direct naar content gaan

Samenvatting

Bij besluit van 8 mei en 16 juni 2015 heeft de minister van Economische zaken aan X (bv; belanghebbende) voor een project en voor een bepaalde periode op grond van de Wva S&O-verklaringen afgegeven. Bij besluit van 29 mei en 22 juni 2015 heeft de minister voor hetzelfde project en voor dezelfde periode RDA-beschikkingen afgegeven.

Deze besluiten zijn achteraf op grond van artikel 25, lid 3, Wva volledig gecorrigeerd omdat in strijd met artikel 24, lid 1, Wva voor het project niet op eenvoudige en duidelijke wijze de aard, de inhoud en voortgang van de goedgekeurde S&O-werkzaamheden kunnen worden vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) oordeelt dat het onderzoek naar de S&O-administratie deskundig is uitgevoerd en dat de minister niet aan het standpunt van de Belastingdienst gebonden is. De minister heeft aldus terecht geoordeeld dat X in strijd heeft gehandeld met artikel 24, lid 1, Wva.

Ten aanzien van het gebruik van de in artikel 26, lid 1, Wva opgenomen bevoegdheid om bij overtreding van artikel 24, lid 1, Wva tot boeteoplegging over te gaan, overweegt het CBb als volgt. In lijn met zijn uitspraak van 26 juni 2017 (15/805, ECLI:NL:CBB:2017:215) is het CBb van oordeel dat een boete van € 0 geen bestuurlijke boete is in de zin van de Awb en dat een opgelegde boete van € 0 niet leidt tot een onvoorwaardelijke verplichting in de zin van artikel 5:40, lid 1, Awb. Hieruit volgt dat de minister niet op grond van een hem daartoe door de wetgever verleende bevoegdheid, bevoegd is om aan X een boete van € 0 op te leggen. In zoverre is het beroep van X gegrond, aldus het CBb.

In deze uitspraak is door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO) te Zwolle namens de minister van Economische Zaken een correctie-S&O-verklaring vastgesteld. De correctieverklaring vormt een correctie op de uren voor één of meer speur- en ontwikkelingsprojecten waarvoor een zogenoemde S&O-verklaring is toegekend.

In de uitspraak van het CBb van 3 juli 2018 (NLF 2018/1797) was de aanvraag voor een S&O-verklaring afgewezen, zodat een correctie-S&O-verklaring daar niet aan de orde kon zijn.

De wijze van toetsing van de projectadministratie ten behoeve van een S&O-verklaring

Metadata

Rubriek(en)
Loonbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum instantie
9 juli 2018
Rolnummer
17/1157 en 17/921
ECLI
ECLI:NL:CBB:2018:336
Auteur(s)
Edwin Thomas
Tilburg University/Zelfstandig belastingadviseur
NLF-nummer
NLF 2018/1798
Aflevering
23 augustus 2018
Judoreg
NFB1724
bwbr0007746&artikel=24,bwbr0007746&artikel=25,bwbr0007746&artikel=26,bwbr0005537&artikel=5:40

Naar de bovenkant van de pagina