Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) exploiteert een seksshop. Zij verkoopt artikelen, waaronder producten die worden aangeduid als ‘Libidoforte’ (capsules), ‘Spanish fly’ (druppels) en ‘Rush herbal poppers’ (sprays).

In geschil is of deze lustopwekkende middelen zijn aan te merken als voedingsmiddelen als bedoeld in tabel I, post a.1, Wet OB 1968.

Volgens Hof Den Haag is dat het geval. Het heeft geoordeeld dat de producten zijn aan te merken als eet- en drinkwaren die plegen te worden aangewend voor menselijke consumptie, omdat zij voor oraal gebruik dienen en ook bestanddelen – in hoofdzaak van plantaardige en/of dierlijke afkomst – bevatten die eigen zijn aan voor menselijk gebruik bestemde voedingsmiddelen. Het gegeven dat de producten worden aangeprezen en ook worden gebruikt als een (seks)lustopwekkend middel, staat niet aan de toepassing van het verlaagde tarief van tabel I, post a.1, Wet OB 1968 in de weg, aldus het Hof.

De staatssecretaris van Financiën heeft cassatieberoep ingesteld.

De Hoge Raad twijfelt over het te hanteren criterium en heeft over deze kwestie prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ. De zaak is aangehouden.

A-G Ettema heeft geadviseerd tot ongegrondverklaring van het cassatieberoep (NLF 2018/1426, met noot van Vroon). 

Prejudiciële vragen over sekslustopwekkende middelen

Voor de uitleg van het begrip voedingsmiddelen in tabel I, post a.1, Wet OB 1968 moet naar het oordeel van de Hoge Raad worden aangesloten bij punt 1 van Bijlage III bij de Btw-richtlijn. Of voor de als afrodiserend aangeprezen producten in kwestie het verlaagde btw-tarief geldt, hangt er met dat uitgangspunt van af of zij zijn te scharen onder de categorie ‘levensmiddelen (…) voor menselijke en dierlijke consumptie’ (hierna: levensmiddelen) dan wel de categorie ‘producten die gewoonlijk zijn bestemd ter aanvulling op of vervanging van levensmiddelen’ (hierna: voedingssupplementen). De Hoge Raad twijfelt kennelijk over de reikwijdte van deze categorieën en vraagt daarom het HvJ wat in algemene zin levensmiddelen en voedingssupplementen zijn.

Focus op levensmiddelen

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2009-2013
Instantie
HR
Datum instantie
18 april 2019
Rolnummer
17/01725
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:643
Auteur(s)
Wouter Blokland
Vrije Universiteit / Hoge Raad
NLF-nummer
NLF 2019/1066
Aflevering
9 mei 2019
Judoreg
NFB2463
bwbr0002629&artikel=9,bwbr0002629

Naar de bovenkant van de pagina