Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Op de invoer van bepaald schoeisel met bovendeel van leder afkomstig uit Vietnam en China zijn antidumpingrechten verschuldigd. In Uitvoeringsverordening 2016/1647 en 2016/1731 is de Europese Commissie ingegaan op de rechtsgrondslag voor hervatting van de antidumpingprocedure en de rechtsgrondslag voor het opnieuw instellen van rechten. Het percentage antidumpingrecht is gehandhaafd op 16,5% respectievelijk 10%.

X (bv; belanghebbende) heeft op 22 december 2011 de Inspecteur verzocht om een terugbetaling van € 18,89 respectievelijk € 12,83 aan antidumpingrechten. De Inspecteur heeft deze verzoeken bij beschikking van 29 juli 2013 afgewezen.

Bij Rechtbank Noord-Holland is de rechtmatigheid van de bovengenoemde uitvoeringsverordeningen in geschil.

Met verwijzing naar jurisprudentie van het HvJ oordeelt de Rechtbank dat X onvoldoende gemotiveerd gronden heeft aangevoerd die de geldigheid van de hiervoor vermelde uitvoeringsverordeningen aantasten. De Rechtbank oordeelt voorts dat de (weder)ingestelde antidumpingrechten binnen de driejaarstermijn van artikel 221, lid 3, CDW aan X zijn medegedeeld, hetgeen er al met al toe leidt dat de Inspecteur de reeds voldane antidumpingrechten niet aan X terug hoeft te betalen.

Het beroep van X wordt ongegrond verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Belastingtijdvak
2011
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum instantie
21 mei 2019
Rolnummer
14/216 en 14/218
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2019:6052
NLF-nummer
NLF 2019/1925
Aflevering
22 augustus 2019

Naar de bovenkant van de pagina