Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft op 20 april 2006 de eigendom gekregen van tien percelen grond voor € 500.000 (inclusief btw). X heeft de omzetbelasting niet in aftrek gebracht. X en de verkoper van de percelen, Bungalowpark D (bv) wilden op de percelen stacaravans met toebehoren bouwen en deze vervolgens verkopen. De ontwikkeling is vanwege economische omstandigheden niet tot stand gekomen.

Op 8 februari 2013 heeft X twee percelen geleverd aan D voor € 101.680,68, inclusief € 17.647,06 btw. X heeft de omzetbelasting niet op aangifte voldaan. De Inspecteur heeft de omzetbelasting ad € 17.647,06 nageheven en een boete van € 750 opgelegd.

In geschil is of X de voorbelasting kan herzien op basis van artikel 15, lid 4, Wet OB 1968.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft X het recht in het jaar van ingebruikneming, in casu 2013, de bij de aanschaf van de percelen aan hem in rekening gebrachte belasting in aftrek te brengen. In dat jaar is pas voldoende duidelijkheid ontstaan over het daadwerkelijk gebruik van de investeringsgoederen. Aangezien X de percelen met omzetbelasting heeft verkocht, is de belasting volledig aftrekbaar (artikel 13a Uitv.besch. OB 1968). De naheffingsaanslag wordt conform het standpunt van X verminderd tot € 1.681. Voor wat betreft de boete acht het Hof van een pleitbaar standpunt geen sprake voor zover het gaat om het bedrag dat X conform zijn standpunt over de hoogte van de naheffingsaanslag had moeten voldoen. Het Hof vermindert de verzuimboete tot 10% van de verschuldigde omzetbelasting.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2013
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
4 februari 2019
Rolnummer
17/01335
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:909
NLF-nummer
NLF 2019/0432
Aflevering
21 februari 2019
bwbr0002629&artikel=15&lid=4,bwbr0002629&artikel=15&lid=4,bwbr0002634&artikel=13a,bwbr-btw-ri&artikel=184,bwbr-btw-ri&artikel=184

Naar de bovenkant van de pagina