Direct naar content gaan

Samenvatting

De bedrijfsactiviteiten van X (bv; belanghebbende) bestaan uit de bouw, onderhoud, in- en verkoop van jachten. Met dagtekening 9 april 2014 heeft D, gevestigd in België aan X een factuur (€ 340.000) uitgereikt voor de verkoop van een schip. Het schip is daarbij aangemerkt als margeschip. Het jacht is op 5 oktober 2014 door X aan F verkocht voor € 312.500. Gebleken is dat D niet als wederverkoper gekwalificeerd kan worden. X had het schip moeten leveren onder het normale omzetbelastingstelsel. De Inspecteur heeft in dit verband omzetbelasting nageheven en een vergrijpboete opgelegd.

In geschil is of X grove schuld kan worden verweten.

Anders dan (mogelijk) Rechtbank Zeeland-West-Brabant ziet Hof Den Bosch in de complexiteit van de (regelgeving betreffende de) margeregeling geen grond om een belastingplichtige zoals X niet het verwijt van grove schuld te maken. Het Hof is echter, net als de Rechtbank, van oordeel dat X, gezien de factuur van D aan haar, niet ernstig onzorgvuldig heeft gehandeld door uit te gaan van toepassing van de margeregeling op haar levering van het schip aan F. X hoefde volgens het Hof redelijkerwijs niet te twijfelen aan de juistheid van de vermelding op de factuur van D dat het schip haar als margegoed was geleverd.

De Rechtbank heeft de boete terecht vernietigd, aldus het Hof.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
31 december 2020
Rolnummer
20/00028
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2020:4058
NLF-nummer
NLF 2021/0402
Aflevering
18 februari 2021
bwbr0002320&artikel=67f,bwbr0002320&artikel=67f

Naar de bovenkant van de pagina