Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft in 2017 en 2018 ter zake van de kentekenregistratie van 269 door haar ingevoerde personenauto’s de BPM op aangifte voldaan. Tegen deze voldoeningen heeft X steeds bezwaar gemaakt, waarna de Inspecteur in 2018 uitspraken op bezwaar heeft gedaan. X heeft daarop beroep ingesteld. De fiscale gelijkenis tussen de zaken heeft Rechtbank Noord-Holland ertoe gebracht de 269 beroepen op één zitting te behandelen en daarin één uitspraak te doen.

X betoogt in hoger beroep dat voor 269 zaken niet mag worden volstaan met één uitspraak. Hof Amsterdam volgt X hierin niet. Het staat de Belastingrechter vrij meerdere uitspraken op meerdere (hoger)beroepschriften van een belanghebbende in één geschrift te vervatten. De Rechtbank heeft in haar uitspraak alle individuele zaaknummers genoemd (in een bijlage). Dat brengt mee dat aldus in alle zaken die in de bijlage zijn genoemd uitspraak is gedaan. Daaraan doet niet af dat al die uitspraken zijn vervat in één geschrift.

De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard behoudens de beroepen waarin de BPM wordt verminderd ingevolge het in strijd met het Unierecht gemaakte onderscheid tussen btw-auto’s en marge-auto’s en de beroepen waarin de Inspecteur concludeert tot een leeftijdskorting en de Rechtbank die conclusie overneemt.

X heeft – voor het eerst in hoger beroep – aanspraak gemaakt op de toepassing van een lager, tussenliggend tarief (artikel 10b Wet BPM). Het staat X vrij om op dit punt haar bij de voldoening op aangifte gemaakte keuze te wijzigen. Toepassing van een lager tussenliggend tarief leidt in de betreffende twee zaken tot een vermindering van € 44 respectievelijk van € 1. De Inspecteur heeft dit niet betwist, zodat het Hof hiervan uit zal gaan. Gelet hierop slaagt het hoger beroep in deze twee zaken. In alle overige 267 zaken is het hoger beroep ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2017-2018
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
16 december 2020
Rolnummer
19/00959 e.a.
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2020:3842
NLF-nummer
NLF 2021/0640
Aflevering
25 maart 2021

Naar de bovenkant van de pagina