Direct naar content gaan

Samenvatting

X is een gediplomeerd verpleegster die een medische basisopleiding heeft genoten, alsmede een academische opleiding op het gebied van verplegingswetenschap en een aanvullende opleiding in kwaliteitsmanagement op het gebied van verzorging. Tot haar beroepsactiviteiten behoren ook belastbare prestaties op het gebied van onderwijs die verband houden met verzorging.

In de periode van 2012 tot en met 2014 heeft X voor rekening van de Medizinische Dienst der Krankenversicherung Niedersachsen (medische dienst van de ziekteverzekering van Nedersaksen, Duitsland) (hierna: MDK) adviezen over de zorgbehoefte van bepaalde patiënten opgesteld om vast te stellen in hoeverre die patiënten recht hadden op zorgprestaties ten laste van de zorgkas. Gedurende die periode heeft de MDK de verrichte diensten maandelijks met haar afgerekend, zonder melding te maken van de btw. In haar aangiften omzetbelasting heeft X vermeld dat het ging om diensten die vrijgesteld waren van de btw.

Na een controle heeft de Duitse belastingdienst zich op het standpunt gesteld dat de activiteiten die bestonden in het opstellen van adviezen over de zorgbehoefte, noch volgens het nationale recht noch volgens het Unierecht vrijgesteld waren.

De kernvraag is of de activiteiten van X al dan niet op grond van artikel 132, lid 1, onderdeel g, Btw-richtlijn, zijn vrijgesteld. Het Bundesfinanzhof heeft deze vraag voorgelegd aan het HvJ die het volgende voor recht verklaart.

Voornoemd artikel moet aldus worden uitgelegd dat:

  • er sprake is van een dienst die nauw samenhangt met maatschappelijk werk en met de sociale zekerheid wanneer een onafhankelijke adviseur voor rekening van de medische dienst van een zorgkas adviezen over de zorgbehoefte opstelt die door die zorgkas worden gebruikt om te beoordelen in hoeverre zijn verzekerden recht hebben op diensten op het gebied van maatschappelijk werk en sociale zekerheid, mits het voor het naar behoren verrichten van de handelingen op dit gebied onontbeerlijk is dat die adviseur die adviezen opstelt;
  • die bepaling zich er niet tegen verzet dat die adviseur de erkenning als instelling van sociale aard wordt ontzegd, ook al (i) verricht hij zijn diensten, die verband houden met het opstellen van adviezen over de zorgbehoefte, als opdrachtnemer van voormelde medische dienst, die zelf erkend is als instelling van sociale aard, (ii) worden de aan het opstellen van die adviezen verbonden kosten op indirecte en forfaitaire wijze gedragen door de betrokken zorgkas, en (iii) biedt het nationale recht die adviseur de mogelijkheid om die erkenning te verkrijgen door rechtstreeks met die zorgkas een overeenkomst te sluiten over de opstelling van die adviezen, maar heeft hij deze mogelijkheid niet benut.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2012-2014
Instantie
HvJ
Datum instantie
8 oktober 2020
Rolnummer
C-657/19
ECLI
ECLI:EU:C:2020:811
Auteur(s)
Axel Spiessens
Belastingdienst
NLF-nummer
NLF 2020/2238
Aflevering
22 oktober 2020
Judoreg
NFB3759
celex32006l0112&artikel=132,celex32006l0112&artikel=132

Naar de bovenkant van de pagina