Direct naar content gaan

Samenvatting

In het ressort van het Hof van Leeuwarden stelt een stichting in haar museum permanent de werken van één kunstschilder ten toon. Aan het museum is ook een museumwinkel verbonden. De stichting heeft de schilderijen in eigendom en bezit ook het auteursrecht van alle schilderijen van de kunstenaar; zij betaalt hem daarvoor een vergoeding. Het museum heeft een conservator in dienst en maakt voorts gebruik van vrijwilligers. Het museum maakt jaarlijks een relatief hoge winst. De inspecteur had de stichting over 1996 een aanslag naar een belastbaar bedrag van fl. 212.533 opgelegd. Het Hof had de stichting wel voor de winst die zij met de winkel had gemaakt belast geoordeeld maar niet voor het resultaat van het museum in enge zin en het belastbaar bedrag verlaagd tot fl. 169.182. Het Hof had het resultaat van het museum in enge zin onbelast geoordeeld omdat de arbeid die daarvoor wordt verricht op zichzelf genomen niet in het maatschappelijk verkeer rendabel wordt gemaakt. Met A-G Van Ballegooijen wijst de Hoge Raad dat oordeel af. Ook bij het museum in enge zin is sprake van een organisatie van kapitaal en arbeid die regelmatig in het maatschappelijk verkeer aanzienlijke exploitatieoverschotten behaalt en derhalve op winst is gericht. Ook het museum in enge zin drijft een onderneming. Overigens is de Hoge Raad het wel met het Hof eens dat het museum en de winkel twee afzonderlijke ondernemingen zijn. De Hoge Raad casseert de hofuitspraak en doet de zaak zelf af.

Metadata

Rubriek(en)
Vennootschapsbelasting
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1996
Instantie
HR
Datum instantie
28 oktober 2005
Rolnummer
41.071
ECLI
ECLI:NL:HR:2005:AS8013
ECLI:NL:PHR:2005:AS8013
bwbr0002672&artikel=2&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.2

Naar de bovenkant van de pagina