Direct naar content gaan

Samenvatting

De feitelijke werkzaamheden die X1 en X2 (belanghebbenden) voor hun cliënten verrichten bestaan onder meer uit het voeren van financiële administraties, het openen en beheren van bankrekeningen, het aangaan van passende risicoverzekeringen, het aanvragen van bijzondere bijstand en/of toeslagen en het indienen van aangiften inkomstenbelasting. X1 en X2 treden voor het overgrote deel van hun cliënten op als bewindvoerder. De Inspecteur heeft van X1 en X2 omzetbelasting nageheven.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de diensten die X1 en X2 verrichten voor hun cliënten bestaande uit inkomensbeheer, (alle vormen van) bewindvoering én curatorschap, volledig zijn vrijgesteld van omzetbelasting op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel f, Wet OB 1968 en post b.33 van bijlage B bij het Uitv.besl. OB 1968. Onder het begrip ‘schuldhulpverlening’ valt namelijk niet alleen hulp bij het oplossen van problematische schulden, maar ook schuldpreventie. Nu de omzet volledig is behaald uit voornoemde diensten, zijn de beroepen van X1 en X2 reeds daarom gegrond.

De Rechtbank wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toe. Het verzoek om vergoeding van de werkelijke proceskosten wijst de Rechtbank af. Voor het stellen van prejudiciële vragen bestaat volgens de Rechtbank geen aanleiding.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2012-2016
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum instantie
20 februari 2019
Rolnummer
16/3728 en 16/4204 t/m 16/4216
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2019:627
NLF-nummer
NLF 2019/0558
Aflevering
7 maart 2019
bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina