Direct naar content gaan

Samenvatting

De regeling actieve veredeling, zoals voorzien in het douanewetboek, stelt communautaire producenten in staat om op het grondgebied van de Europese Gemeenschap niet-communautaire goederen te verwerken, die zijn bestemd om weer te worden uitgevoerd buiten het douanegebied van de Gemeenschap in de vorm van veredelingsproducten, zonder dat deze goederen aan rechten bij invoer zijn onderworpen.
Voor het gebruik van die economische douaneregeling in de vorm van schorsing is een vergunning nodig, waarvan de verlening afhankelijk is van in het douanewetboek vastgestelde voorwaarden. Met name stellen de douaneautoriteiten de termijn vast (aanzuiveringstermijn) waarbinnen de verwerkte producten (veredelingsproducten) weer uitgevoerd moeten zijn of een andere douanebestemming moeten hebben verkregen. Deze nieuwe toegestane douanebestemming geldt als aanzuivering van de regeling actieve veredeling.
Een bepaald aantal gegevens betreffende de afwikkeling van de regeling actieve veredeling moet binnen 30 dagen na het verstrijken van de aanzuiveringstermijn (aanzuiveringsafrekening) bij de douaneautoriteiten worden ingediend.
In het hoofdgeding heeft Döhler Neuenkirchen GmbH gebruikgemaakt van de regeling actieve veredeling teneinde niet-communautaire goederen in te voeren.
Bij het verstrijken van de aanzuiveringstermijn zijn de veredelingsproducten ofwel weer uitgevoerd, ofwel hebben zij een nieuwe toegestane douanebestemming verkregen, dat wil zeggen dat zij overeenkomstig de genoemde voorwaarden in het vrije verkeer zijn gebracht. Döhler Neuenkirchen heeft echter niet voldaan aan haar verplichting om de aanzuiveringsafrekening binnen 30 dagen na het verstrijken van de aanzuiveringstermijn in te dienen. Het Bundesfinanzhof (Duitsland) wenst van het HvJ te vernemen of door een dergelijk verzuim een douaneschuld ontstaat krachtens artikel 204 DWU, met name wanneer het grootste deel van de goederen weer is uitgevoerd.
Het HvJ verklaart het volgende voor recht:
De schending van de verplichting om binnen 30 dagen na afloop van de aanzuiveringstermijn de aanzuiveringsafrekening bij het controlekantoor in te dienen, doet een douaneschuld ontstaan voor het geheel van de aan te zuiveren invoergoederen, met inbegrip van die welke buiten het grondgebied van de Europese Unie zijn wederuitgevoerd.
Conform Conclusie A-G Jaaskinen, ECLI:EU:C:2012:128.

Metadata

Rubriek(en)
Douane
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2006 en 2007
Instantie
HvJ
Datum instantie
5 september 2012
Rolnummer
C-262/10
ECLI
ECLI:EU:C:2012:559
bwbr0002629&artikel=18&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina