Direct naar content gaan

Samenvatting

Belanghebbende drijft in firmaverband een onderneming. De onderneming was aanvankelijk gevestigd in het tot het ondernemingsvermogen van belanghebbende behorende bedrijfsgedeelte van het woon-winkelpand. In het onderhavige jaar heeft belanghebbende het bedrijfsgedeelte overgebracht naar haar privé-vermogen. De onderneming is overgebracht van het pand 1 naar het door belanghebbende en haar mede-firmant jaar gebouwde winkelpand 2. Dit winkelpand, dat behoort tot het ondernemingsvermogen van belanghebbende, heeft dezelfde aard als pand 1 en het heeft in de onderneming van belanghebbende economisch dezelfde functie als het eerste pand. In geschil is of op de realisatie van de boekwinst de ruilarresten mogen worden toegepast en deze boekwinst mag worden afgeboekt op de kostprijs van het nieuwe pand. Het hof stelt de inspecteur in het gelijk, de ruilarresten kunnen niet worden toegepast nu vervreemding niet aan de orde is. De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het hof, het overbrengen van het pand naar het privé-vermogen staat aan het toepassen van de ruilarresten niet in de weg.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1992
Instantie
HR
Datum instantie
15 april 1998
Rolnummer
33.228
ECLI
ECLI:NL:HR:1998:AA2491
bwbr0011353&artikel=3.54&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina