Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten(1)
  • Jurisprudentie(65)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een instelling beheert een wijkcentrum en heeft onder meer tot doel de bevordering van het welzijn en de behartiging van de belangen van de wijkbewoners. In geschil is of zij kan worden aangemerkt als algemeen nut beogende instelling (ANBI).
Volgens het Hof zijn de activiteiten van de instelling in overeenstemming met de statutaire doelstelling en dragen zij bij tot het welzijn van de buurt. Het door de instelling feitelijk en statutair nagestreefde doel vormt daarom een belang dat, op zichzelf genomen, kwalificeert voor de ANBI status. Het Hof gaat voorts uitgebreid in op twee toetsen die van belang zijn bij de beoordeling van de vraag of een instelling het algemeen belang dan wel een particulier belang behartigt, te weten de doelgroep-toets en de zogeheten 'quid-pro-quo' toets (verder qpq-toets). Dat de doelgroep van de instelling is beperkt tot bewoners van de wijk, vloeit logischerwijs voort uit haar statutaire doelstelling die zich, kort gezegd, richt op het welzijn en de sociale cohesie van de wijk. Een dergelijke geografische beperking is toegestaan en de instelling slaagt derhalve voor de doelgroep-toets, aldus het Hof. De inspecteur doet in feite een beroep op de qpq-toets met zijn standpunt dat de baten van de instelling hoofdzakelijk verkregen worden uit de verkoop van consumpties en onderverhuur. Ten aanzien van de onderverhuur oordeelt het Hof primair dat het karakter van fondsenwerving overheersend is en om die reden de qpq-toets niet van toepassing is. Mochten deze activiteiten wel aan de toets onderworpen zijn, dan belemmeren deze onderverhuuractiviteiten volgens het Hof niet het algemeen karakter. Ten aanzien van de horeca-activiteiten, acht het Hof niet aannemelijk dat de tijd en inzet van de instelling, haar bestuursleden en de overige vrijwilligers, voor meer dan 50% door die activiteiten in beslag worden genomen.
Het Hof concludeert dat de instelling het algemeen belang dient. Het door de instelling gevormde vermogen - dat ten doel heeft het buurthuis in stand te houden of te verbeteren - staat niet aan de status van ANBI in de weg. De inspecteur heeft de instelling ten onrechte niet als ANBI aangemerkt, aldus het Hof.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2009
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
8 juni 2011
Rolnummer
10/00636
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2011:BT6822
bwbid=bwbr0&artikel=6.33,bwbid=bwbr0&artikel=41a,bwbid=bwbr0&artikel=41b

Naar de bovenkant van de pagina