Direct naar content gaan

Samenvatting

Het Hof leert dat de vrijstelling van artikel 13, A, lid 1, sub b Zesde richtlijn ziet op de complete medische verzorging en verpleging die in ziekenhuizen en dergelijke plaatsvindt. De vrijstelling van artikel 13, A, lid 1, sub c Zesde richtlijn ziet op medische handelingen die in de praktijk van de (para)medicus plaatsvindt of bij de patiënt thuis. Die vrijstelling heeft geen betrekking op de algemene en huishoudelijke verzorging van de patiënt. De genoemde vrijstellingen gelden ook voor lichamen respectievelijk vennootschappen. De algemene verzorging en de huishoudelijke hulp verstrekt aan personen die fysiek of economisch hulpbehoevend zijn hangen nauw samen met maatschappelijk werk en sociale zekerheid in de zin van de vrijstelling van artikel 13, A, lid 1, letter g Zesde richtlijn. Voor die vrijstelling geldt dat de hulp verstrekt moet zijn door een erkende organisatie van sociale aard. Of daarvan sprake is moet beslist worden aan de hand van artikel 13, A, lid 1, letter g Zesde richtlijn en niet zonder meer aan de hand van het nationale recht. Het arrest heeft betrekking op een Duitse “Ambulanter Pflegedienst GmbH”.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
-
Instantie
HvJ
Datum instantie
10 september 2002
Rolnummer
C-141/00
ECLI
ECLI:EU:C:2002:473
bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002629&artikel=11&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina