Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een vereniging die zowel een amateur-afdeling heeft als - in een BV, die een volle dochter is - het betaald voetbal bedrijft, heeft op 24 oktober 2001 als enig erfgenaam een nalatenschap van fl. 1.062.109 verkregen, die kennelijk voornamelijk voor de BV bestemd was. De inspecteur heeft daarover fl. 611.873 successierecht geheven terwijl de vereniging van oordeel was dat zij als algemeen nut beogende instelling niet meer dan fl. 116.832 verschuldigd was. Het Hof had geoordeeld dat de vereniging een algemeen nut beogende instelling is, maar de Hoge Raad is het daar niet mee eens. Volgens de Hoge Raad is het namelijk van algemene bekendheid dat een professionele voetbalclub er bovenal naar streeft om in nationale en internationale wedstrijden en competities zo veel mogelijk te winnen en beter te presteren dan andere clubs, ten bate van zichzelf. De activiteiten van een professionele voetbalclub (waaronder de opleiding van jeugdspelers; het aantrekken, begeleiden, (medisch) verzorgen en trainen van de profspelers; de bestuurlijke en technische ondersteuning; het spelen van oefen-, competitie- en internationale wedstrijden) zijn er dan ook primair op gericht om voornoemd doel te bereiken. In dit geding zijn door de vereniging geen feiten of omstandigheden aangevoerd, noch blijken die uit de gedingstukken, op grond waarvan moet worden aangenomen dat het voorgaande voor de vereniging anders ligt. Een en ander brengt mee dat de werkzaamheden van de vereniging rechtstreeks gericht zijn op het dienen van het particuliere belang van de club zelf. Daaraan doet volgens de Hoge Raad niet af de omstandigheid dat deze werkzaamheden mede tot effect hebben dat een groot deel van de Nederlandse bevolking plezier, ontspanning en vrijetijdsbesteding vindt in het kijken naar en volgen van de verrichtingen van de vereniging en andere professionele voetbalclubs. De vereniging kan dus niet worden aangemerkt als een het algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel 24, lid 4, van de Successiewet, aldus de Hoge Raad. Conform A-G Niessen.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2001
Instantie
HR
Datum instantie
12 mei 2006
Rolnummer
40.684
ECLI
ECLI:NL:HR:2006:AT8202
ECLI:NL:PHR:2006:AT8202

Naar de bovenkant van de pagina