Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft de Inspecteur op 17 januari 2014 meegedeeld dat zij in de jaren 2009 tot en met 2012 per abuis het verlaagde tarief voor de omzetbelasting heeft toegepast. Overeenkomstig die mededeling zijn aan X naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd voor het verschil tussen het verlaagde tarief en het algemene tarief.

In geschil is uitsluitend of bij het opleggen van de naheffingsaanslagen terecht heffingsrente c.q. belastingrente in rekening is gebracht.

Volgens Hof Amsterdam heeft de Inspecteur met juistheid gesteld dat voor het in rekening brengen van rente uitsluitend de relatie tussen de belanghebbende (in casu de leverancier) en de Belastingdienst centraal staat, en dat in geval van voldoening van een te laag bedrag aan omzetbelasting niet relevant is of de belanghebbende het desbetreffende bedrag (in casu: het tariefverschil tussen het verlaagde en het algemene tarief) ter beschikking heeft gehad. Evenmin is van belang of de desbetreffende afnemers deze belastingbedragen al dan niet in aftrek (hadden) kunnen brengen. De Inspecteur heeft met het in rekening brengen van rente ook niet gehandeld in strijd met het evenredigheidsbeginsel. De rente is terecht in rekening gebracht.

De Hoge Raad heeft op het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (18/05331)

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2009-2012
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
13 november 2018
Rolnummer
17/00506, 17/00507, 17/00509, 17/00510
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2018:4922
NLF-nummer
NLF 2019/0318
Aflevering
7 februari 2019
bwbr0002320&artikel=30f,bwbr0002320&artikel=30f,bwbr0002320&artikel=30h,bwbr0002320&artikel=30h&lid=2,bwbr0002320&artikel=30h

Naar de bovenkant van de pagina