Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Feilen, die in Duitsland woont, is de enige erfgenaam van zijn moeder, die in 2007 in Duitsland is overleden. Zijn moeder woonde daar toen ook. De nalatenschap van de moeder bestond in wezen uit haar aandeel in de nalatenschap van haar dochter, die in 2004 was overleden in Oostenrijk, waar ook de moeder tot het overlijden van haar dochter woonde. De verdeling van de nalatenschap van de dochter vond in Oostenrijk pas plaats na het overlijden van de moeder, waarbij de over deze nalatenschap verschuldigde successierechten ter hoogte van € 11.961,91 door Feilen zijn betaald.
Feilen heeft verzocht om vermindering van de Duitse successierechten maar dit verzoek is afgewezen.
Het Duits federaal financieel gerechtshof heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie (HvJ). De vraag is of de Duitse regeling ter vermindering van erfbelasting strijdig is met het EU-recht.
Volgens het HvJ is dat niet het geval. Duitsland hoeft geen vermindering van erfbelasting te verlenen wanneer over een eerdere verkrijging alleen maar erfbelasting in een andere lidstaat is geheven.

Metadata

Rubriek(en)
Schenk- en erfbelasting
Belastingtijdvak
2007
Instantie
HvJ
Datum instantie
30 juni 2016
Rolnummer
C-123/15
ECLI
ECLI:EU:C:2016:496

Naar de bovenkant van de pagina