Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten(2)
  • Jurisprudentie(49)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De inspecteur heeft op 22 augustus 2009 een aan een BV opgelegde voorlopige aanslag over 2007 ambtshalve verminderd. Hij heeft daarbij geen heffingsrente vergoed.
Na bezwaar is € 32.534 heffingsrente vergoed bij beschikking van 20 december 2011. Het bedrag aan heffingsrente is feitelijk uitbetaald op 21 december 2011.
Rechtbank Gelderland heeft beslist dat de inspecteur terecht heffingsrente heeft vergoed over de periode 1 juli tot en met 31 december 2007. Dit is ook niet in geschil.
Volgens de Rechtbank ontstond voor de inspecteur echter op het moment van de vermindering van de voorlopige aanslag, derhalve op 22 augustus 2009, een verplichting tot vergoeding van heffingsrente.
Nu de inspecteur pas op 21 december 2011 aan deze verplichting heeft voldaan, is hij in de tussenliggende periode in verzuim als bedoeld in artikel 4.97 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Dit heeft tot gevolg dat hij wettelijke rente is verschuldigd vanaf 6 weken na 22 augustus 2009 (derhalve 4 oktober 2009) tot het moment van feitelijke betaling, aldus de Rechtbank.
De staatssecretaris van Financiën heeft (sprong)cassatieberoep ingesteld tegen deze uitspraak van de Rechtbank. De BV heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad verklaart beide cassatieberoepen ongegrond.
Na zijn aanvankelijke weigering om heffingsrente te vergoeden, heeft de inspecteur de beschikking tot vergoeding van deze rente pas op 20 december 2011 genomen naar aanleiding van een bezwaarschrift tegen die weigering.
Toepassing van artikel 4:102, lid 2, Awb leidt er onder deze omstandigheden toe dat de inspecteur wettelijke rente dient te vergoeden.
De wettelijke rente die de inspecteur verschuldigd is, kan door hem bij beschikking worden vastgesteld indien vaststaat wanneer de geldschuld door de Ontvanger is of zal worden voldaan.
In casu was de inspecteur naar aanleiding van de betaling door de Ontvanger op 21 december 2011 gehouden om een beschikking tot vergoeding van wettelijke rente vast te stellen over de periode van 4 oktober 2009 tot 21 december 2011.
Het dictum van de uitspraak van de Rechtbank is daarmee in overeenstemming. De Rechtbank heeft ook het juiste rentepercentage gehanteerd, aldus de Hoge Raad.
Conform A-G Wattel.

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2007
Instantie
HR
Datum instantie
20 juni 2014
Rolnummer
13/03828
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:1457
bwbid=bwbr0&artikel=26,bwbid=bwbr0&artikel=4:02,bwbid=bwbr0&artikel=4:03

Naar de bovenkant van de pagina