Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(108)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal (hierna: het College) heeft in verband met het in behandeling nemen van een door een stichting ingediende aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning, bij besluit, een bedrag aan leges geheven, ofschoon niet het College maar de gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen, de heffingsambtenaar, daartoe bevoegd was. In deze zaak gaat het om de vraag of het aan dit legesbesluit klevende bevoegdheidsgebrek bij uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar geacht kan worden te zijn hersteld.
De Hoge Raad stelt vast dat in het onderhavige geval het bevoegde orgaan, de heffingsambtenaar, het bestreden besluit op de voet van artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht aan een inhoudelijke beoordeling heeft onderworpen en uitspraak op het bezwaar heeft gedaan. Daarmee is het onderhavige bevoegdheidsgebrek hersteld, aldus de Hoge Raad. Het Hof heeft het hoger beroep van de stichting terecht ongegrond verklaard, zodat het cassatieberoep eveneens ongegrond is. Conform A-G IJzerman.

Metadata

Rubriek(en)
Lokale heffingen
Lokale heffingen
Belastingtijdvak
2005
Instantie
HR
Datum instantie
24 december 2010
Rolnummer
10/00154
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BO0396
ECLI:NL:PHR:2010:BO0396
233a&g=2005-01-01,bwbid=bwbr0&artikel=229,bwbid=bwbr0&artikel=231,bwbid=bwbr0&artikel=7:11

Naar de bovenkant van de pagina