Direct naar content gaan

Samenvatting

X (belanghebbende) was enig aandeelhouder en bestuurder van A (bv). A was enig aandeelhouder en bestuurder van B (bv). X heeft bij de Inspecteur op 8 oktober 2013 een schuldbekentenis van B aan X en zijn partner laten registreren. In de schuldbekentenis verklaart B € 196.960 renteloos te hebben geleend in de periode 2009 tot en met 2012 en dit bedrag nog verschuldigd te zijn aan X en zijn partner. Bij vonnis van 17 december 2013 is B in staat van faillissement verklaard. X heeft in de aangifte IB/PVV 2015 een negatief resultaat uit ter beschikking gesteld vermogen opgenomen van € 166.393. De Inspecteur is van de aangifte afgeweken. Hij betwist het bestaan van vorderingen op A dan wel B. X heeft beroep ingesteld.

X slaagt er niet in het vermoeden van de Inspecteur te weerleggen dat de geldverstrekkingen in 2015 reeds waren terugbetaald. Dit betekent dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat de vorderingen in 2015 nog bestonden en zouden kunnen worden afgewaardeerd. X kan geen vertrouwen ontlenen aan de registratie van de schuldbekentenis. De Inspecteur heeft nergens aangegeven iets anders te hebben gedaan dan de schuldbekentenis te hebben geregistreerd.

Rechtbank Gelderland verklaart het beroep ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2015
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
4 januari 2021
Rolnummer
18/5704
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:6
NLF-nummer
NLF 2021/0161
Aflevering
21 januari 2021
bwbr0011353&artikel=3.90,bwbr0011353&artikel=3.90

Naar de bovenkant van de pagina