Direct naar content gaan

Samenvatting

Tijdens een boekenonderzoek is geconstateerd dat fiscale eenheid X (belanghebbende) suppletieaangiften omzetbelasting niet heeft ingediend. In het controlerapport is het voornemen kenbaar gemaakt tot het opleggen van een naheffingsaanslag tot het bedrag van de niet-betaalde omzetbelastingschuld over de jaren 2009 tot en met 2011. Tevens worden vergrijpboetes aangekondigd van 50% van de nageheven belasting, gebaseerd op twee afzonderlijke strafbare gedragingen, waarbij is verwezen naar artikel 67f en 10a AWR. Om redenen van samenloop en de financiële situatie van X heeft de Inspecteur aangekondigd de boetebedragen te zullen matigen, elk naar € 25.000, dus tot een bedrag van € 50.000 in totaal.

Bij de naheffingsaanslag is een boete opgelegd van € 50.000. Op het aanslagbiljet is als boetegrondslag alleen vermeld artikel 67f AWR.

Voor zover in cassatie van belang, was voor Hof Den Bosch in geschil of met de vaststelling en uitreiking van het aanslagbiljet aan X, naast een boete op grond van artikel 67f AWR, een boete is opgelegd op grond van artikel 10a AWR.

X mocht volgens het Hof uitgaan van hetgeen op het aanslagbiljet is vermeld. Er moet daarom van worden uitgegaan dat alleen een boete op grond van artikel 67f AWR is opgelegd en niet tevens op grond van artikel 10a AWR.

De staatssecretaris heeft tegen dit oordeel cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad verklaart dat ongegrond.

Niet kan worden aanvaard dat, indien de Inspecteur in een controlerapport aankondigt twee boetes op te leggen die zijn gebaseerd op verschillende fiscale boetebepalingen die van elkaar verschillende gedragingen behelzen, en het aanslagbiljet daarna slechts één boete, één boetebedrag en één overtreden voorschrift vermeldt, dit biljet toch wordt geacht beide aangekondigde boetebeschikkingen te behelzen. In een zodanig geval moet slechts betekenis worden toegekend aan hetgeen is vermeld op het aanslagbiljet. Afgaande op het biljet heeft het Hof terecht geoordeeld dat aan X alleen een boete op grond van artikel 67f AWR is opgelegd en niet tevens een boete op grond van artikel 10a AWR. Aan toepassing van artikel 6:22 Awb wordt niet toegekomen, aldus de Hoge Raad.

Conform Conclusie A-G IJzerman (NLF 2020/1383, met noot van Van den Hoek).

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Belastingtijdvak
2009-2011
Instantie
HR
Datum instantie
7 mei 2021
Rolnummer
19/03492
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:704
Auteur(s)
mr. drs. M.T.M. Hennevelt
Hof Arnhem-Leeuwarden
NLF-nummer
NLF 2021/1108
Aflevering
3 juni 2021
Judoregnummer
JCDI:NFB4360
bwbr0002320&artikel=10a,bwbr0002320&artikel=67b&lid=1,bwbr0002320&artikel=67c&lid=1,bwbr0002320&artikel=67d&lid=1,bwbr0002320&artikel=67e&lid=1,bwbr0002320&artikel=67f,bwbr0002320&artikel=67f&lid=1,bwbr0002320&artikel=67g&lid=2,bwbr0005537&artikel=5:9,bwbr0005537&artikel=5:48,bwbr0005537&artikel=5:53,bwbr0005537&artikel=6:22,bwbr0002320&artikel=10a,bwbr0002320&artikel=67f,bwbr0002320&artikel=67g&lid=2,bwbr0005537&artikel=5:9,bwbr0005537&artikel=5:48,bwbr0005537&artikel=5:53,bwbr0005537&artikel=6:22

Naar de bovenkant van de pagina