Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) verricht, naast haar optreden als houdster en beheermaatschappij, activiteiten die bestaan uit het verzorgen van trainingen, coaching en consultancy op het gebied van management alsmede bedrijfsmaatschappelijk werk.

X stelt in deze procedure dat zij kwalificeert als sociale en/of culturele instelling in de zin van artikel 7 Uitv.besl. OB 1968 in samenhang bezien met de bij dit besluit behorende Bijlage B, en derhalve ten aanzien van het verrichten van diensten op het gebied van bedrijfsmaatschappelijk werk gebruik kan maken van de vrijstelling van artikel 11, lid 1, onderdeel f, Wet OB 1968.

Rechtbank Den Haag geeft X geen gelijk. X kwalificeert niet als een instelling voor algemeen maatschappelijk en bedrijfsmaatschappelijk werk. De Rechtbank overweegt daarbij dat de activiteiten van X niet alleen bestaan uit bedrijfsmaatschappelijk werk, maar ook in aanzienlijke mate uit andere, niet op het sociaal en/of cultureel gebied gelegen activiteiten.

De Rechtbank is met de Inspecteur van oordeel dat in het onderwerpelijke geval met betrekking tot de door X verrichtte activiteiten op het gebied van het bedrijfsmaatschappelijk werk sprake is van het uitlenen van personeel. Reeds om laatstgenoemde reden faalt ook het beroep van X op het neutraliteitsbeginsel.

Metadata

Rubriek(en)
Omzetbelasting
Belastingtijdvak
2016
Instantie
Rechtbank Den Haag
Datum instantie
29 mei 2018
Rolnummer
17/7234
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2018:6319
NLF-nummer
NLF 2018/1395
Aflevering
28 juni 2018
bwbr0002629&artikel=11&lid=1,bwbr0002633&artikel=7

Naar de bovenkant van de pagina