Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie(51)
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Een man heeft 29 oktober 2008 pro forma bezwaar gemaakt tegen de aan hem opgelegde aanslagen IB/premie 2005 tot en met 2007.
De inspecteur heeft hem vervolgens twee keer nader uitstel verleend voor de motivering van het bezwaar.
Die is uiteindelijk op 29 juli 2009 door de inspecteur ontvangen, waarna de uitspraak op bezwaar op 14 april 2010 wordt gedaan.
De man gaat daartegen in beroep waarop Rechtbank Haarlem op 10 februari 2011 beslist.
Hof Amsterdam heeft beslist dat de redelijke termijn voor de fase van bezwaar en beroep is overschreden.
In cassatie is de vraag aan de orde of het Hof wel van een juiste termijnoverschrijding is uitgegaan.
Dat blijkt niet het geval.
De Hoge Raad oordeelt dat het standaarduitstel voor motivering pro forma bezwaar van vier weken, geen bijzondere omstandigheid vormt.
Verder oordeelt de Hoge Raad dat op verzoek van de man in totaal negen maanden uitstel is verleend voor de motivering van het bezwaarschrift waardoor de vertraging van de bezwaarprocedure voor ruim acht maanden is veroorzaakt door een aan hem toe te rekenen bijzondere omstandigheid.

Metadata

Belastingtijdvak
2005 - 2007
Instantie
HR
Datum instantie
21 november 2014
Rolnummer
14/01715
ECLI
ECLI:NL:HR:2014:3321
bwbid=bwbr0&artikel=8:73

Naar de bovenkant van de pagina