Direct naar content gaan

Samenvatting

Over de maand juni 2013 heeft X (bv; belanghebbende) aangifte BPM gedaan voor een uit Duitsland ingevoerde Jaguar F-type (hierna: de cabriolet). Zij is er bij de aangifte van uitgegaan dat de cabriolet als nieuw moet worden aangemerkt. Nadien is zij daarvan teruggekomen en heeft zij tegen de voldoening op aangifte bezwaar gemaakt. X heeft een waardevermindering bepleit die is berekend aan de hand van een ‘waardebepaling koerslijst’ afkomstig van AutotelexPro. Volgens X betreft dit een koerslijst als bedoeld in artikel 8, lid 4, onderdeel a, Uitv.reg. BPM, als zijnde een in de handel algemeen toegepaste koerslijst voor de inkoop van gebruikte motorrijtuigen door wederverkopers in Nederland. Uit de handelswaardegegevens van Autotelex volgen een nieuwprijs van € 152.509 en een handelswaarde ten tijde van de registratie in het kentekenregister van € 103.118. Hof Arnhem-Leeuwarden heeft X in het gelijk gesteld. De staatssecretaris heeft tegen dit oordeel cassatieberoep ingesteld en de Hoge Raad verklaart dat gegrond.

Indien aannemelijk is dat de door een samensteller van een koerslijst opgegeven handelswaarde voor een gebruikt motorvoertuig van een bepaald merk, model, type aandrijving, leeftijd en uitrusting niet is gebaseerd op een of meer door wederverkopers in Nederland betaalde inkoopprijzen voor een gelijksoortig motorvoertuig, bijvoorbeeld omdat het een zeer jonge en incourante personenauto betreft, is die opgegeven handelswaarde niet de ‘koers’ die bruikbaar is om de afschrijving in de zin van artikel 10, lid 2, BPM in samenhang gelezen met artikel 8, lid 4, onderdeel a, Uitv.reg. BPM vast te stellen. Gelet hierop berust het oordeel van het Hof op een onjuiste rechtsopvatting.

Omdat niet is weersproken dat de door Autotelex voor de cabriolet opgegeven handelswaarde niet kan zijn gebaseerd op door wederverkopers in Nederland betaalde inkoopprijzen, is die waarde niet bruikbaar om de afschrijving voor de cabriolet vast te stellen. Aangezien vaststaat dat niet ten behoeve van de waardebepaling van de cabriolet een taxatierapport is opgesteld als bedoeld in artikel 8, lid 4, onderdeel b, Uitv.reg. BPM, moet de afschrijving van de cabriolet met gebruikmaking van de in artikel 8, lid 5, Uitv.reg. BPM bedoelde tabel worden vastgesteld en bedraagt dan 8%.

Anders Conclusie A-G IJzerman (NLF 2020/0115, met noot van Bothof).

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
juni 2013
Instantie
HR
Datum instantie
22 oktober 2020
Rolnummer
19/00101
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:1666
Auteur(s)
Sacha Bothof
123BPM.NL
NLF-nummer
NLF 2020/2373
Aflevering
5 november 2020
Judoreg
NFB3796
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005813&artikel=8&lid=4,bwbr0005813&artikel=8&lid=4

Naar de bovenkant van de pagina