Direct naar content gaan

Samenvatting

X (bv; belanghebbende) heeft bezwaar gemaakt tegen een aan haar opgelegde naheffingsaanslag BPM. In het bezwaarschrift heeft zij verzocht om vergoeding van de volledige kosten van rechtsbijstand voor het maken van bezwaar en om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn voor het doen van uitspraak op bezwaar.

Bij zijn uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag vernietigd. Voorts heeft hij X een vergoeding van kosten van rechtsbijstand toegekend, berekend naar het forfaitaire tarief als bedoeld in artikel 2, lid 1, onderdeel a, Bpb. Op het verzoek om vergoeding van immateriële schade heeft de Inspecteur niet gereageerd. De Inspecteur heeft X niet voorafgaand aan het doen van uitspraak op bezwaar in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord.

Hof Den Haag heeft geoordeeld dat als de Inspecteur de hoorplicht als bedoeld in artikel 7:2 Awb al heeft geschonden, aan deze schending met toepassing van artikel 6:22 Awb kan worden voorbijgegaan omdat X daardoor niet is benadeeld. Tegen dit oordeel heeft X cassatieberoep ingesteld, maar de Hoge Raad verklaart dit ongegrond. De Inspecteur heeft in dit geval naar aanleiding van het bezwaar de naheffingsaanslag vernietigd. Hij was daarom niet gehouden X te horen over de bovengenoemde verzoeken. De Inspecteur was hiertoe ook niet verplicht op grond van enige andere regel van Nederlands nationaal recht of op grond van het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel dan wel de Unierechtelijke beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid.

In dit arrest beslist de Hoge Raad dat er gelet op artikel 7:3 Awb geen hoorplicht in de bezwaarfase is ten aanzien van een verzoek tot volledige vergoeding van de kosten van rechtsbijstand voor het maken van een bezwaar alsmede bij een vergoeding om een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn voor het doen van uitspraak op bezwaar. 

In het licht van de wettekst is dit een volkomen juiste beslissing van de Hoge Raad. In artikel 7:3 Awb valt te lezen:

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Instantie
HR
Datum instantie
24 oktober 2019
Rolnummer
18/04694
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1619
Auteur(s)
Joost Vetter
Geradts & Vetter Advocaten
NLF-nummer
NLF 2019/2409
Aflevering
7 november 2019
Judoreg
NFB2834
bwbr0005537&artikel=6:22,bwbr0005537&artikel=7:2,bwbr0005537&artikel=7:3,bwbr0006358&artikel=2&lid=1

Naar de bovenkant van de pagina