Direct naar content gaan

Samenvatting

Aan X (belanghebbende) is een naheffingsaanslag BPM opgelegd. In geschil is of de naheffingsaanslag terecht en naar niet een te hoog bedrag is opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of sprake is van een nieuwe (bestel)auto of van een gebruikte auto.

In het arrest HR 21 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1698 (NLF 2018/2086, met noot van Elbert) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat met de desbetreffende personenauto een zodanig aantal kilometers in het buitenland is gereden (circa 3.000) dat deze niet kon worden aangemerkt als een auto die na de vervaardiging ervan niet of nauwelijks in gebruik is geweest. Hieruit volgt dat een motorrijtuig, enkel vanwege het aantal kilometers dat er mee is gereden in het buitenland, reeds als ‘gebruikt’ kan worden aangemerkt. Dit roept bij Hof Amsterdam de vraag op bij welk in het buitenland gereden kilometrage naar maatschappelijke opvattingen geen sprake meer is van een nieuwe auto. Het Hof legt de grens bij 1.000 (buitenlandse) kilometers. Op het moment dat deze kilometerstand is bereikt zal de modale autokoper een auto niet meer als nieuw aanvaarden en is daarom naar maatschappelijke opvattingen geen sprake meer van een nieuwe auto. In casu is sprake van een kilometerstand ten tijde van de registratie van 841. Gelet op het voorgaande is dit onvoldoende om de bestelauto als gebruikt aan te merken. Aangezien ook niet gebleken is dat de auto gebruikssporen vertoonde is geen sprake van een gebruikte auto en is de naheffingsaanslag volgens het Hof terecht opgelegd.

Metadata

Rubriek(en)
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Hof Amsterdam
Datum instantie
15 januari 2019
Rolnummer
18/00016
ECLI
ECLI:NL:GHAMS:2019:89
NLF-nummer
NLF 2019/0574
Aflevering
7 maart 2019
bwbr0005806&artikel=10,bwbr0005806&artikel=10

Naar de bovenkant van de pagina