Direct naar content gaan

Gerelateerde content

Samenvatting

X (belanghebbende) heeft bezwaar gemaakt tegen de op aangifte voldane BPM inzake een uit het buitenland afkomstige gebruikte personenauto. Het bezwaar is gegrond verklaard. De Inspecteur heeft een BPM-teruggaaf verleend. X heeft beroep en hoger beroep ingesteld.

Evenals Rechtbank Zeeland-West-Brabant verstaat Hof Den Bosch een e-mailbericht van de gemachtigde aldus dat X heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht om te worden gehoord. De Inspecteur mocht op grond van artikel 7:3, onderdeel c, Awb afzien van het horen van X.

Het Hof gaat in op diverse door X aangevoerde stellingen inzake rentevergoedingen, het verzoek om een immateriële schadevergoeding, de heffing van griffierecht en de proceskostenvergoeding.

Op grond van bijzondere omstandigheden, namelijk het grote aantal soortgelijke zaken van dezelfde gemachtigde, acht het Hof reden voor een lagere proceskostenvergoeding dan op basis van het Bpb.

Het Hof merkt hierbij op dat dit anders is, indien in een individuele zaak de handelswaarde van de betreffende auto moet worden vastgesteld op basis van een taxatierapport (al dan niet gebaseerd op een koerslijstwaarde verminderd met getaxeerde schade). In een dergelijk geval dient in beginsel per individuele auto een beoordeling plaats te vinden. Indien de bepaling van de handelswaarde echter uitsluitend afhankelijk is van bepaalde rechtsvragen, waarbij, bijvoorbeeld, kan worden gedacht aan de discussie of vergeleken moet worden met een btw-auto of een marge-auto, dan valt die zaak onder de regel van bijzondere omstandigheden. De onderhavige procedure behoort tot laatstgenoemde categorie.

Het Hof is van oordeel dat het door de Inspecteur gehanteerde bedrag van € 54,50 per zaak een redelijke tegemoetkoming van de kosten van bezwaar vormt. Ten aanzien van de procedure bij de Rechtbank acht het Hof een vergoeding van € 75 per zaak redelijk en voor hoger beroep bij het Hof € 150 per zaak.

De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie tegen deze uitspraak verworpen onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO (19/05322)

Metadata

Rubriek(en)
Formeel belastingrecht
Autobelastingen
Belastingtijdvak
2014
Instantie
Hof Den Bosch
Datum instantie
23 oktober 2019
Rolnummer
18/00194
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2019:3972
NLF-nummer
NLF 2019/2620
Aflevering
28 november 2019
bwbr0006358&artikel=3,bwbr0006358&artikel=3

Naar de bovenkant van de pagina