Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Vof X (belanghebbende) exploiteerde een poolcentrum annex shishalounge. De vennoten van X zijn mevrouw A en de heer B. Aan X is over het tijdvak 1 september 2012 tot en met 6 september 2016 een naheffingsaanslag tabaksaccijns opgelegd van (na bezwaar) € 50.402,04 voor aangetroffen waterpijptabak zonder de vereiste accijnszegels. De hoogte van de naheffingsaanslag is gebaseerd op een drietal controles ter plaatse. A en B hebben geen administratie overgelegd van hun inkopen. Hierdoor kon de herkomst van de aangetroffen waterpijptabak niet worden vastgesteld. Sinds september 2019 is het pand met het poolcentrum en de shishalounge op last van de gemeente gesloten.

In geschil is of de naheffingsaanslag tabaksaccijns en vergrijpboete van 25% terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd.

Tussen partijen is niet in geschil dat de bewijslast omgekeerd en verzwaard dient te worden.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden berust de naheffingsaanslag op een redelijke (niet willekeurige) schatting van het aantal kilogram onveraccijnsde rooktabak. Het Hof gaat voorbij aan het standpunt van X dat de aangetroffen waterpijptabak niet haar eigendom was, maar werd meegenomen door de klanten. Deze stelling is onvoldoende onderbouwd. X is niet in het verzwaarde (tegen)bewijs geslaagd.

De boete is voorts passend en geboden. Het hoger beroep is ongegrond.

Metadata

Rubriek(en)
Accijnzen
Belastingtijdvak
2012-2016
Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
Datum instantie
21 september 2020
Rolnummer
19/01214
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:7496
NLF-nummer
NLF 2020/2169
Aflevering
8 oktober 2020

Naar de bovenkant van de pagina