Direct naar content gaan

Samenvatting

Arrest Europees Hof van Justitie naar aanleiding van Hoge Raad, 12 september 2008, nr. 43.761.
Volgens artikel 3.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 voldoet een buitenlands belastingplichtige ondernemer alleen aan het urencriterium als hij in de Nederlandse vaste inrichting tenminste 1225 uur per jaar heeft gewerkt. De uren die hij in zijn onderneming buiten die vaste inrichting heeft gewerkt tellen niet mee.
F. Gielen, een in Duitsland wonende exploitant van een glastuinbouwbedrijf, heeft in Nederland een vaste inrichting waar hij op contractbasis perkplanten kweekt. In het Duitse deel van zijn onderneming werkt hij meer dan 1225 uren per jaar, in het Nederlandse deel minder.
Mede omdat voor binnenlands belastingplichtigen de in buitenlandse vaste inrichtingen gewerkte tijd wel meetelt voor het urencriterium is die regeling discriminatoir.
Daar doet niet aan af dat Gielen voor binnenlandse belastingplicht kan kiezen. Dat heft de discriminatoire regeling niet op. Zij is in strijd met artikel 49 VWEU (Verdrag betreffende de werking van de EU, Verdrag van Lissabon).

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Vennootschapsbelasting
Belastingtijdvak
2001
Instantie
HvJ
Datum instantie
18 maart 2010
Rolnummer
C-440/08
ECLI
ECLI:EU:C:2010:148
bwbr0002672&artikel=28b&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.67&lid=1,bwbr0011353&artikel=3.74

Naar de bovenkant van de pagina