Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan X was medegedeeld dat wegens ontvangstverschillen in 1990 en 1991 in zijn administratie alsmede getuigenverklaringen over ƒ 120.000 (gebruteerd naar het anoniementarief) premie zou worden nageheven. Tegen de aanslag kwam X in bezwaar met de volgende motivering: Deze aanslag is opgelegd op basis van een aantal schijnbare constateringen van vermeende feiten door de FIOD over een andere periode waarover de aanslag is opgelegd”. Dat vindt de Hoge Raad gegeven de summiere motivering van de inspecteur voldoende. Ook al had X aangekondigd deze motivering nog te zullen aanvullen verplicht was hij daartoe niet. Hij is ten onrechte niet ontvankelijk verklaard.

Metadata

Rubriek(en)
Sociale verzekeringen
Instantie
HR
Datum instantie
25 juli 2000
Rolnummer
34.990

Naar de bovenkant van de pagina