Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

De echtgenoot van een vrouw heeft in 1985 zijn eenmanszaak (een bloemenwinkel) ingebracht in een vof met zijn vrouw en heeft in 1987 van zijn vader een woonwinkelpand gekocht dat hij voorheen huurde. Tot 1999 is het gehele pand als ondernemingsvermogen aangemerkt. De bovenwoning, waarin het ondernemersechtpaar met hun kinderen woonde, is in 1999 met een beroep op de foutenleer naar privé overgebracht. In het jaar 2000 is de onderneming gestaakt. Hierbij wordt op de bovenwoning een winst gerealiseerd van fl. 115.814.
In geschil is of deze boekwinst belast is als winst uit onderneming.
Volgens de Rechtbank en het Hof is dat niet het geval omdat de bovenwoning vanaf de aankoop verplicht privé-vermogen is geweest.
De staatssecretaris van Financiën heeft tegen het oordeel van het Hof cassatieberoep ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat bij beantwoording van de vraag of en in hoeverre een pand deel uitmaakt van het ondernemingsvermogen van een belastingplichtige, in het algemeen beslissend is de wil van die belastingplichtige zoals die in zijn boekhouding of op andere wijze tot uiting is gekomen, tenzij daardoor de grenzen der redelijkheid zouden zijn te buiten gegaan. Een belastingplichtige overschrijdt de grenzen der redelijkheid door een gedeelte van een juridisch niet in appartementsrechten gesplitst pand tot zijn ondernemingsvermogen te rekenen, indien dat gedeelte zelfstandig rendabel is te maken en vast staat dat het door de belastingplichtige uitsluitend ter voorziening in zijn woonbehoefte zal worden gebruikt en dat het niet op enigerlei wijze dienstbaar zal zijn aan de onderneming. De Hoge Raad verwerpt de door de staatssecretaris ingenomen andere rechtsopvatting.
Het cassatieberoep wordt ongegrond verklaard. Anders A-G Niessen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
2000
Instantie
HR
Datum instantie
17 september 2010
Rolnummer
09/00332
ECLI
ECLI:NL:HR:2010:BL7968
ECLI:NL:PHR:2010:BL7968

Naar de bovenkant van de pagina