Direct naar content gaan

Gerelateerde content

  • Wet en parlementaire geschiedenis
  • Internationale regelgeving
  • Lagere regelgeving
  • Besluiten
  • Jurisprudentie
  • Commentaar NLFiscaal
  • Literatuur
  • Recent

Samenvatting

Aan een belastingplichtige zijn twee navorderingsaanslagen inkomstenbelasting met boetebeschikking opgelegd op 3 oktober 2001. De aanslagbiljetten zijn naar het adres gestuurd waar hij stond ingeschreven, maar waar toen, naar hij beweerde, feitelijk anderen woonden. Zelf verbleef hij naar zijn zeggen rond die tijd in Marokko terwijl hij enige tijd later enkele maanden gedetineerd was. De feitelijke bewoners hadden de aanslagbiljetten niet ontvangen en dat zou er de oorzaak van zijn geweest dat hij pas na augustus 2004 bezwaarschriften had kunnen indienen. Omdat de inspecteur niet kan aantonen dat de stellingen van de man onjuist waren en niet duidelijk is geworden wanneer de man kennis had gekregen van het bestaan van de aanslagen, vernietigt het Hof in hoger beroep de niet-ontvankelijkverklaring van de bezwaarschriften en draagt het de inspecteur op een nieuwe beslissing te nemen.

Metadata

Rubriek(en)
Inkomstenbelasting
Belastingtijdvak
1999-2000
Instantie
Hof Arnhem
Datum instantie
29 december 2006
Rolnummer
06/00024
ECLI
ECLI:NL:GHARN:2006:AZ7691

Naar de bovenkant van de pagina