Direct naar content gaan

Samenvatting

A (bv) heeft in 2018 een perceel gekocht met daarop een woning met aanhorigheden. Het perceel is gesplitst in acht bouwkavels en één ander perceel, dat is aangewend voor de aanleg van infrastructuur, waaronder een nieuwe openbare weg ter ontsluiting van de acht bouwkavels.

X (belanghebbende) en haar echtgenoot hebben een bouwkavel verkregen. Hierop bevond zich een deel van een buitenmuur en een deel van een terras van de voormalige woning. Zij hebben op de kavel, nadat de voormalige woning is gesloopt, de helft van een twee-onder-een-kapwoning laten bouwen.

X stelt in deze procedure dat de verkregen kavel kwalificeert als woning in de zin van artikel 14, lid 2, Wet BRV (2% overdrachtsbelasting).

Rechtbank Gelderland geeft haar geen gelijk. De op de kavel gelegen buitenmuur beslaat minder dan 1% van de voormalige woning en het terras ongeveer 25%. Onder deze omstandigheden is geen sprake van de verkrijging van een woning als bedoeld in artikel 14, lid 2, Wet BRV. De verkaveling van het perceel waarop de voormalige woning was gelegen in negen afzonderlijke kavels, waarbij de voormalige woning op meerdere (nieuwe) kavels is gelegen, heeft tot gevolg dat deze nieuwe kavels naar hun aard geen woning meer zijn. Ter zake van de verkrijging is terecht 6% overdrachtsbelasting voldaan.

Metadata

Rubriek(en)
Belastingen van rechtsverkeer
Belastingtijdvak
2020
Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum instantie
4 november 2022
Rolnummer
22/998
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2022:6215
NLF-nummer
NLF 2022/2245
Aflevering
17 november 2022
bwbr0002740&artikel=14&lid=2,bwbr0002740&artikel=14&lid=2

Naar de bovenkant van de pagina